maandag 30 september 2013

Zoeken naar bronnen voor wetenschappelijk onderzoek

Voor de master die ik in september gestart ben, moet ik dit semester drie producten opleveren. Het is de bedoeling dat ik een paper schrijf naar aanleiding van een literatuurstudie, dat ik een onderzoeksplan ontwikkel voor een probleem uit mijn praktijk, en dat ik een onderwijsontwerp maak voor gebruik in mijn eigen praktijk. Het onderzoeksplan en het onderwijsontwerp worden nu nog gezien als 'vingeroefening'. Ik moet wél de plannen maken, maar ik hoef ze níet uit te voeren. Het is in die zin dus een theoretische exercitie.

Voor alle drie de opdrachten is het nodig om wetenschappelijke literatuur te selecteren zodra je je onderwerp weet. Afgelopen week zijn mijn onderwerpen beter in beeld gekomen (waarover ik later ongetwijfeld iets zal schrijven hier) en dat maakt het relevant om te gaan kijken van welke websites ik gebruik kan maken om relevante bronnen te vinden. Aangezien ik het lijstje toch ging maken, kan ik het net zo goed ook hier posten. Misschien heeft een ander er ook wat aan.
Ik heb tot nu toe het volgende lijstje:

Narcis.nl
"NARCIS biedt toegang tot wetenschappelijke informatie waaronder (open access) publicaties afkomstig uit de repositories van alle Nederlandse universiteiten, KNAW, NWO en diverse wetenschappelijke instellingen, datasets van een aantal data-archieven, alsmede beschrijvingen van onderzoeksprojecten, onderzoekers en onderzoeksinstituten. "

Google Scholar
"Google Scholar biedt een eenvoudige manier om te zoeken op wetenschappelijke literatuur. U kunt zoeken in de meest uiteenlopende disciplines en bronnen vanuit één zoekvak: artikelen, proefschriften, boeken, samenvattingen en artikelen van academische uitgeverijen, professionele organisaties, voorpublicaties, universiteiten en andere wetenschappelijk organisaties. Met Google Scholar kunt u wereldwijd de meest relevante wetenschappelijke onderzoeksrapporten zoeken."

Tijdschrift Onderwijsinnovatie
"Het kwartaalblad OnderwijsInnovatie (OI) wordt uitgegeven door de Open Universiteit en behandelt onderwerpen die te maken hebben met innovaties in het gehele hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen."

4W
"4W is het wetenschappelijke tijdschrift van Kennisnet, met artikelen over opbrengsten en werking van ict in het onderwijs. 4W verschijnt zowel digitaal als in gedrukte vorm. Het richt zich op de algemene principes die verklaren waarom een ict-toepassing in een zekere context wel of niet werkt. Het kan gaan over ict voor leren, organiseren en professionaliseren. 4W brengt hiermee in kaart wat we weten over wat werkt met ict in het onderwijs, alsook welke praktijkvragen nog niet beantwoord zijn."

Blogcollectief onderzoek onderwijs
"Het blogcollectief verenigt geestverwante docenten in het primair en secundair onderwijs en onderzoekers aan hogescholen en universiteiten in Nederland en België. Het doel is academisch onderzoek te verbinden met het basis- en middelbaar onderwijs, met als zwaartepunt de praktijk."

Leraar24
"Leraar24 is een online platform van, voor en door leraren, bedoeld om u te ondersteunen bij het uitoefenen van uw beroep. Met Leraar24 kunt u zich op elk moment van de dag efficiënt en kosteloos informeren en verder groeien in uw vak"

LOOK
"LOOK (Wetenschappelijk Centrum Leraren Onderzoek) is een expertisecentrum voor de professionele ontwikkeling van, voor en door leraren. De kernactiviteit van LOOK is het doen van praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek naar de professionele ontwikkeling van leraren. Dat gebeurt in onderzoeksprojecten in samenspraak met scholen en leraren: co-creatie. De aanvragen voor onderzoeksprojecten komen veelal vanuit de praktijk. Het onderzoekscentrum slaat hiermee een brug tussen onderwijsonderzoek en de praktijk. LOOK ontwikkelt generieke kennis die voor het gehele onderwijs toegankelijk is. LOOK (voorheen Ruud de Moor Centrum) is onderdeel van de Open Universiteit."

Met deze overzichten moet ik relevante publicaties kunnen vinden. :-D

(bron plaatje)

woensdag 25 september 2013

5 krachtige manieren om een presentatie te openen

Op het blog van Slideshare las ik laatst een bijdrage die ik wil bewaren voor later gebruik. Zij gaan in die blogpost in op vijf manieren om een presentatie te openen. Gezien het feit dat ik nog wel eens wat moet (wil) presenteren, is deze kennis wel handig om even op te slaan.
In het kort zijn dit de vijf manieren die zij noemen:

  1. Gebruik stilte
  2. Wijs naar de toekomst of naar het verleden
  3. Citeer iemand
  4. Deel iets bijzonders
  5. Vertel een verhaal of anekdote 

Hier vind je de toelichting van ieder punt.

dinsdag 24 september 2013

5 leervoorkeuren volgens Simons #inhmli

Zoals ik al eerder geschreven heb, ben ik dit schooljaar begonnen met de master Leren en Innoveren bij InHolland. Inmiddels hebben we een kennismakingsbijeenkomst en twee masterclassdagen achter de rug. Afgelopen vrijdag kwam prof. dr. P. Robert-Jan Simons ons een masterclass geven over onder andere leervoorkeuren. Volgens Simons zijn er verschillende leervoorkeuren te benoemen die mensen kunnen hebben. In het artikel dat we voor deze masterclass vooraf als huiswerk opgegeven hadden gekregen, noemt hij de volgende vijf voorkeuren:
(Dit is een weergave in mijn woorden.)

1. Kunst afkijken (apperception)
Mensen die deze leervoorkeur hebben, willen het liefst leren van iemand die iets heel goed beheerst. Dat kan een vaardigheid zijn, of misschien is diegene een expert op een bepaald kennisdomein. Het werd tijdens de masterclass ook vergeleken met modelleren, of imiteren van expertgedrag.

2. Participeren (participation)
Mensen die deze leervoorkeur hebben, willen het liefst samen leren. Ze leren het liefst in groepen en proberen van en met elkaar te leren. Ze gaan ervan uit dat kennis ontstaat door interactie met andere mensen.

3. Kennis verwerven (acquisition) 
Mensen die deze leervoorkeur hebben, gaan ervan uit dat kennis iets is dat vaststaat, dat feitelijk en objectief is, en dat je dat dus kunt verkrijgen door te leren. Uit een boek, van een filmpje, door een hoorcollege bijvoorbeeld. Het schoolse leren sluit hier vaak bij aan.

4. Oefenen (exercising)
Mensen die deze leervoorkeur hebben, stellen prijs op een veilige (gesimuleerde) omgeving waarin ze fouten kunnen maken zonder dat dat consequenties heeft. Ze willen de kennis of vaardigheid eerst oefenen voordat ze het in praktijk brengen.

5. Ontdekken (discovery)
Mensen die deze leervoorkeur hebben, willen het liefst gewoon doen, en zelf ontdekken wat wel of niet werkt. Al handelend komen ze er achter hoe 't zit. En daardoor leren ze.

In onderstaande video licht hij toe dat die verschillende leervoorkeuren bij verschillende mensen in verschillende combinaties voorkomen. In mijn geval heb ik een voorkeur voor 'kunst afkijken' en 'ontdekken'. Zo'n combinatie heet dan een leerpatroon. In het meest ideale geval zou een leraar rekening moeten houden met de leerpatronen van zijn leerlingen. Maar dat kunnen er binnen een groep zoveel zijn dat dat bijna niet te doen is. Volgens Simons komt daar ict om de hoek kijken. Want door ict slim te gebruiken, zegt Simons, kun je veel beter tegemoet komen aan de leerpatronen van je leerlingen.


Robert-Jan Simons over leervoorkeuren from Master Leren & Innoveren on Vimeo.

Aan het eind van zijn masterclass voegde hij overigens nog toe dat ze nu bezig zijn deze theorie uit te breiden met nog twee leervoorkeuren. Over de naamgeving is nog geen overeenstemming bereikt, maar de ene leervoorkeur wordt waarschijnlijk iets met 'intuïtief leren' of 'onderbuikgevoel', en de andere heeft iets te maken met 'beeldend leren' of 'het afspelen van verschillende filmscenario's'.


bronnen:
Simons, R., & Ruijters, M. (2008). Varieties of work related learning. International Journal of 
Educational Research, 47, 241-251. 

maandag 23 september 2013

Interesse in goedkope ActivBoards?

Normaal gesproken gebruik ik hier mijn blog niet voor, maar in dit geval maak ik een uitzondering. In de herfstvakantie gaat één van de scholen waar ik ict-coördinator ben, verhuizen naar een nieuw gebouw. We zijn daar dus drukdoende bezig daarvoor de voorbereidingen te treffen. In het nieuwe gebouw gaan we gebruik maken van touchscreens. En daarmee worden onze oude digiborden overbodig.

Scholen of organisaties die goedkoop een (gebruikt) ActivBoard op de kop willen tikken, zijn hier dus aan het goede adres. We hebben 8 borden en 6 beamers weg te doen. De bedoeling is dat degene die koopt, ook zorgt dat het bord gedemonteerd en vervoerd wordt. De school staat in het Laakkwartier in Den Haag.
Verder wordt de inhoud van de patchkast ook vernieuwd, dus er zijn ook een paar switches in de aanbieding. Wie het eerst komt, die het eerst maalt.

Als je interesse hebt, laat dan even een reactie achter onder deze blogpost, of stuur mij een berichtje via het contactformulier op deze site of via twitter.

(bron plaatje)

woensdag 18 september 2013

5 tools om de vergeetcurve te verslaan

figuur 1: basismodel vergeetcurve
Drie keer vijf minuten iets studeren, heeft meer effect op het geheugen dan 1 keer een kwartier. Dat is goed om te weten als je tafels moet leren. Of woordjes. Of topografie. Dat heet gespreide herhaling, of gespreid leren.
Hoe je daar via technologie gebruik van kunt maken volgt verderop.

Geheugenkaarten, flashcards
Er is een werkvorm met geheugenkaarten (in het Engels 'flashcards') die gebruik maakt van het gegeven van gespreid leren. Een manier om daarmee te werken, zal ik hieronder beschrijven.
Je maakt een set kaarten, met op iedere kaart een leeritem, bijvoorbeeld een tafelsom. Op de voorkant staat dan de som, op de achterkant het antwoord.
De items op die kaarten leer je in de eerste leersessie uit je hoofd. Daarvan onthoud je er gewoonlijk een aantal en -uiteraard- je vergeet er een aantal.

Goed en fout
In de tweede sessie begin je met het hele stapeltje te overhoren. Ieder goed antwoord gaat op een aparte stapel. En iedere kaart met een fout antwoord gaat op een andere stapel. Vervolgens heb je de stapel met de kaarten die je goed had, niet meer nodig. Het stapeltje met de foute antwoorden ga je in de tweede sessie opnieuw uit je hoofd leren.
Aan het begin van de derde sessie overhoor je jezelf weer. En dan leer je weer alleen verder met de foute antwoorden.
Zo ga je door totdat alle kaarten op zijn. Gevolg: je hebt de stof uit je hoofd geleerd.


Vergeetcurve
Nou bestaat er ook zoiets als een vergeetcurve. De theorie daarover zegt eigenlijk hoe langer je wacht, hoe meer je vergeet. Zie het plaatje hiernaast (bron).
Uiteindelijk zul je altijd wel iets onthouden van de leerstof, dus de lijn eindigt in vrijwel alle gevallen horizontaal en niet op nul. Hoe hoog de lijn eindigt, is per persoon verschillend.


Als je de stof zou leren via gespreid leren, beïnvloed je de vergeetcurve. Dat is weergegeven in het schema hiernaast. (bron)
De rode lijn is de oorspronkelijke vergeetcurve. De groene lijnen illustreren wat je onthoudt na een tweede, derde of vierde leersessie.
figuur 2: beïnvloeden van de vergeetcurve

Optimale spreiding
Men is er nog niet over uit wat de optimale spreiding zou zijn. Er wordt verondersteld dat je in eerste instantie kort op elkaar zou moeten leren, en daarna kan de tijd tussen de leersessies steeds langer worden. De optimale spreiding hangt waarschijnlijk af van factoren zoals (hoeveelheid) leerstof, duur van de leersessies, tijdstip van overhoren, en de persoon die wil leren.


Tot zover deze tekst die ik al eerder postte op dit blog (zie maart 2010)

Inmiddels ben ik op een aantal aanvullende tools geattendeerd waarmee je de techniek van gespreid leren kunt toepassen. Technologie kan er namelijk voor zorgen dat de zaken makkelijker gaan dan met gewone kaartjes. Een lijstje:

1. Evernote Peek
Dit is een app voor de iPad die handig gebruik maakt van de SmartCover. Dit heb je er dus ook voor nodig: een iPad met smartcover, een evernote account en leerstof. Om te zien hoe het werkt, verwijs ik naar onderstaand filmpje:


2. StudyBlue
Op het blog van Evernote vond ik een post over StudyBlue. StudyBlue is een dienst die je kunt gebruiken om Flashcards te maken en jezelf te overhoren. Je hebt er een account bij StudyBlue voor nodig. En dat account kun je eventueel koppelen aan je Evernote account. Voor meer informatie ga je naar StudyBlue of kijk je op hun youtubekanaal.

3. Classmint
Via het blog van Richard Byrne werd ik gewezen op Classmint. Deze online dienst onderscheidt zich volgens hem van andere flashcards diensten doordat ze de mogelijkheid bieden om je kaarten te laten voorlezen. Maar zoals André Manssen al opmerkte, zal dat wel niet voor het Nederlands gelden.

4. Cram
Ook van het blog van Richard Byrne komt de volgende suggestie: Cram. Deze tool werkt volledig online. Het maakt niet uit of je op een computer, of op een iPad (of andere tablet) gaat werken. Ik vind het een vrij prettige interface en de bediening is makkelijk. Ik heb niet geprobeerd zelf een set kaarten aan te maken, maar dat ziet er hier simpel uit.

5. Brainrush
Deze tool is misschien nog wel het meest gericht op leraren: Brainrush. Want waar de andere tools zich vooral richten op het leren van de leerling (of student zo je wilt), biedt deze dienst expliciet toegang tot een soort dashboard voor leraren. Via dit dashboard kunnen leraren activiteiten klaarzetten en de resultaten van de leerlingen monitoren. Er wordt gezegd dat ze dit platform willen uitbreiden naar een breder leerplatform. We zullen zien. Gespot via het blog van David Kapuler.

dinsdag 17 september 2013

2 tips: Gids voor Blogger in Scholen en #klassepret

Voor wie 'iets' wil doen met blogs in zijn onderwijs, is de eerste tip bedoeld. Op het blog van Richard Byrne (FreeTech4Teachers) vind je een 'Complete Guide for Blogger in Schools'. Hij schrijft dat hij het een maand gratis ter beschikking stelt. Inmiddels is de maand volgens mij afgelopen, maar je kunt het nog steeds gratis downloaden. (Daar houden we van, niet..?)
Hij heeft op deze gids ook nog twee aanvullingen geschreven, namelijk een aanvulling voor iOS en een aanvulling voor Android. Ook handig.

De tweede tip is die van de hashtag #klassepret. Op Twitter kun je via hashtags heel makkelijk berichten bijhouden die over hetzelfde onderwerp gaan. TV-programma's maken daar bijvoorbeeld veelvuldig gebruik van.
In het onderwijs is #lespo een veelgebruikte, maar daar heeft Juf Inger nu dus een leuke aan toegevoegd. Het idee is dat als er in jouw les iets leuks, positiefs of aardigs gebeurt, je er een tweet over schrijft en hem deelt met de hashtag #klassepret. Ik vind het een heel sympathiek idee en daarom deel ik het hier.



maandag 16 september 2013

Blogstatistieken

Aanleiding voor dit bericht is een post op Karinblogt.nl. Ik heb groot respect voor haar. Zij staat aan de wieg van Edubloggers.nl en doet haar best om bloggers met elkaar te verbinden. Met succes vind ik. Ze neemt deel aan onderwijswijven, Lente in het Onderwijs en inspireerde mij ooit tot #omdedagbloggen. Voor mij is zij één van de grotere invloedrijke edubloggers.
In augustus publiceerde zij een post met als titel #bloginterview. Ze kreeg een paar vragen voorgeschoteld waarop ze in die blogpost een antwoord gaf. Eén van die vragen was: 'Hoe belangrijk zijn statistieken voor je?"
Haar antwoord: "Geheel onbelangrijk! Ik heb een Google Analytics dashboard en stats bij mijn host… maar kijk daar echt zeer zelden naar. Even gecheckt: ruim 10.000 bezoekers op karinblogt afgelopen jaar en ruim 8000 op karinwinters. Mwah onbelangrijk dus :-)"

Ik vind het knap als je het 'geheel onbelangrijk' kunt noemen. Als ik diezelfde vraag zou krijgen, zou ik niet zo laconiek kunnen zeggen dat statistieken onbelangrijk voor mij zijn. Ik kijk er toch wel vrij regelmatig naar. Gewoon uit nieuwsgierigheid. Uiteindelijk wil je als blogger gelezen worden en hoe meer lezers, hoe leuker dat is. Tenminste zo werkt het bij mij stiekem toch wel.
Ik was enigszins verrast door het feit dat mijn bezoekersaantallen kunnen concurreren met die van iemand zoals Karin Winters. Dat had ik niet gedacht. Ter illustratie daarom hieronder een grafiekje van mijn bezoekersaantallen.
Je ziet overigens duidelijk dat de zomervakantie een dip veroorzaakt. (En die kerst- en meivakantie ook, trouwens.) En aardig is ook om te zien dat de bezoeken in september tot niet eerder vertoonde hoogte stijgen. Dat belooft nog wat... :-)


woensdag 11 september 2013

Organisaties bereiden zich steeds meer voor op #blendedlearning

In de vakantie bereikten mij twee berichten van verschillende leveranciers van webdiensten. Het eerste bericht was van de onderwijsnieuwsdienst en ging over Spons.
Het tweede bericht kwam via een mailtje van Amy van Edcanvas.

Beide diensten vertelden dat ze een verandering ondergingen. Edcanvas heeft zijn naam veranderd in Blendspace. En Spons verandert zichzelf van leverancier van online lessen over o.a. webdiensten naar een heus leerplatform dat gebruikt kan worden om blended learning vorm te kunnen geven.

Er is steeds meer aandacht voor blended learning. Mijn vrouw werkt in het hoger onderwijs en zij zijn druk bezig met de eerste stappen om modules blended te gaan aanbieden. En ook de master waar ik vorige week aan begonnen ben, is heel duidelijk blended opgezet.
Het idee is dat je een 'blend' (mix) opzet tussen online leren en face-to-face leren. Dat noem je blended learning.

Meer informatie over blended learning vind je o.a. op het blog van Wilfred Rubens. Zie bijvoorbeeld dit bericht. Hij onderscheidt diverse mixen bij blended learning:
- Veel gebruik van ICT tegenover weinig gebruik van ICT
- Asynchrone communicatie tegenover synchrone communicatie
- Zelfgestuurd leren tegenover gestuurd leren

Welke basisscholen denken al na over blended learning? Misschien is het zaak om eerst eens in kaart te brengen welke 'blend' je nu al toepast. Het rapport 'Classifying K-12 blended learning' (pdf) benoemt 4 verschillende modellen van blended learning, te weten:

1. Rotation model
Leerlingen doen op initiatief van leraar verschillende activiteiten, waarvan er minimaal één digitaal is. Deze activiteiten vinden plaats op school. Dit model is onderverdeeld in verschillende vormen. Daar ga ik nu niet op in.

2. Flex model
Bij dit model vindt vooral online leren plaats (maakt niet uit waar) en is er af en toe face-to-face ondersteuning als dat nodig (b)lijkt.

3. Self-Blend model
Bij dit model ligt het initiatief bij de leerlingen. Ze nemen deel aan 'modules' die vooral online zijn die ze zelf uitkiezen. Daarnaast hebben we wel gewoon les van leraren, maar dat gaat dan over andere vakken.

4. Enriched-Virtual model
Dit lijkt op het Self-Blend model, maar de online activiteiten en de face-to-face activiteiten vinden plaats binnen hetzelfde vak. Het maakt niet uit waar de leerling zijn online activiteiten doet.

Deze modellen kunnen je helpen om in kaart te brengen waar je nu staat. Waar past jouw school in?
De volgende stap zou zijn om te kijken waar je naar toe wilt.


(bron afbeelding)

dinsdag 10 september 2013

12 apps die de Steve Jobsschool zou moeten gebruiken

De Steve Jobsscholen zijn volop in het nieuws. Dat is logisch, want er wordt door sommigen naar gekeken met hoopvolle verwachting en door anderen met ontzettende afschuw. (En alles daar tussen in.)
Ik ben zelf van mening dat het goed is dat er scholen zijn die de verkenning aandurven om onderwijs anders vorm te geven. Zij zetten duidelijk stappen richting digitale vormen van onderwijs. De ervaring (en onderzoek) moet uitwijzen of ze het goed doen, wat ze goed doen en aan welke voorwaarden voldaan moet worden om het goed te kunnen doen.

In ieder geval ben ik erg nieuwsgierig hoe je dag-in-dag-uit onderwijs vorm geeft met apps en tablets zonder dat het gaat vervelen. Dat lukt met boeken ook niet. Waarom met apps wel?
Ik heb gepoogd een lijstje te maken van apps waarvan ik denk dat die goed bruikbaar zouden zijn op een Steve Jobsschool. Hieronder in willekeurige volgorde.

Letterschool
Een fantastische app om de nieuwsgierigheid die kleuters naar letters hebben in goede banen te leiden. Ze leren alvast wat letters 'schrijven'. Tenminste, ze doen kennis op over lettervormen, oefenen visuele discriminatie en schrijfpatronen. Het heeft uiteraard weinig van doen met handschrift ontwikkeling. Maar dat is de insteek van de app ook niet.
Letterlegger
Zwijsen experimenteert er lustig op los met het gebruik van apps. Ik weet niet of ze al veel gebruikt worden, maar de kwaliteit is over het algemeen goed. De Letterlegger heeft inmiddels een verbeterde versie. Het is een soort interactieve letterdoos. Het zou mooi zijn (voor de onderwijssituatie) als je kunt aangeven in welke kern een leerling zit, zodat alleen de letters die ze al gehad hebben, op dat moment gebruikt kunnen worden. Ongetwijfeld denken de mensen van Zwijsen daar over na.
Rompompom ik leer letters
Leuke app voor kleuters om aan de drang naar spelen met letters (en lezen) te voldoen. De spelletjes zijn leuk en zinvol.
Slate Math
Dit is een ambitieus project van een Israëlische computerwetenschapper (en zijn team) om het gehele rekencurriculum van de basisschool in apps te vatten. De app voor de kleuterbouw is beschikbaar. Het idee is om in de app activiteiten (spelletjes) neer te zetten die het begrip en inzicht in rekenen vergroten. Het gaat dus niet om de kale bewerkingen. Voor scholen is er achter de app een leerlingvolgsysteem beschikbaar. Ik weet alleen niet of dat ook in Nederland geldt. Dat zou de Steve Jobsschool kunnen uitzoeken. (Als ze dat al niet gedaan hebben...)
Easy Studio
Een app waarmee kinderen leren animaties te maken. Er zit een tutorial in waarmee kinderen stapsgewijs meegenomen worden in het tekenen, fotograferen en achter elkaar afspelen van die tekeningen. In de expert modus kunnen ze vervolgens alles maken wat ze kunnen bedenken. Tijd is dan vooral de beperkende factor, denk ik. 
Matrix game
Bij deze app gaat het erom dat kinderen een matrix invullen. Op de horizontale as van de matrix staan bijvoorbeeld kleuren, en op de verticale as vormen. Ze krijgen kaartjes waarop twee eigenschappen gecombineerd staan, bijvoorbeeld een geel vierkant, of een blauwe driehoek. Ze moeten dat kaartje dan op de goede plek in de matrix leggen. Er is een veelheid van kaarten. Sommige iets moeilijker dan anderen. Kinderen die van sorteren houden, kunnen hier uren zoet mee zijn.
Cargo-bot
Het idee van deze app is dat je de beginnende stappen voor programmeren zet. Er is een robot arm die dozen kan optillen van de ene plek naar de andere. De opdracht is om de stapel dozen te verplaatsen naar de eindsituatie. Om dat te bereiken, moet je de robotarm programmeren. Het traint het logisch denken, vooruit zien en het helpt om er achter te komen dat je procedures kunt verkorten.
Link naar iTunes

Kodable
Ook een app waarbij programmeren centraal staat. Hier is de uitdaging om een soort smiley-poppetje over een pad te laten lopen. Als hij de optimale route neemt, verdien je de meeste muntjes.
Link naar iTunes

Human Body
Kinderen die nieuwsgierig zijn naar de werking en bouw van het menselijk lichaam kunnen hun ei kwijt in deze app. De app geeft grofweg een model van het menselijk lichaam dat soms tot in detail gemanipuleerd kan worden. Spelenderwijs leren kinderen hierdoor van alles over de verschillende stelsels van het menselijk lichaam.
Link naar iTunes

Mingoville preschool
Of het zinvol is om kinderen al op vroege leeftijd op school in aanraking te brengen met de Engelse, daar verschillen de meningen nog over. Maar als je het dan toch wilt aanbieden, dan biedt deze app - een spinoff van een Deens overheidsprogramma - daar ruime mogelijkheid toe. Het thema over dieren is gratis. Andere thema's zijn via in-app aankopen aan te schaffen.
Link naar iTunes

Uconnect
Puzzelspelletje dat je in mijn ogen goed kunt gebruiken als uitloopactiviteit op een les. Kinderen moeten puntjes op een veld met elkaar verbinden via verschillende lijnen. Iedere lijn mag maar een keer 'gelopen' worden. Sommige mogen zelfs maar één kant op gelopen worden. De uitdaging is om in één beweging alle punten te verbinden.
Link naar iTunes

iMotion HD
Voor de wat creatievere lessen is deze app goed bruikbaar. Hiermee kun je op een eenvoudige manier een stopmotion filmpje maken.
Link naar iTunes

Nou ben ik eigenlijk ook wel nieuwsgierig naar apps die jij zou aanbevelen aan de Steve Jobsschool. Laat hieronder een reactie achter.

maandag 9 september 2013

Evernote voor Windows krijgt update

Deze week krijg je een melding dat er een update beschikbaar is als je Evernote voor Windows gebruikt. Voor mij de aanleiding om mijn Evernote-gebruik nog eens in een blogpost samen te vatten. Daar blogde ik al eerder over, maar inmiddels gebruik ik Evernote al weer voor meer dingen.

Notitieboeken
Ik vertelde toen dat ik 4 notitieboeken had aangemaakt, nl:
1 takenlijst
2 aantekeningen
3 visitekaartjes
4 verlanglijstjes
Daar is nu een vijfde bij gekomen:
5 recepten
Ik weet dat er zoiets bestaat als Evernote Food, maar dat was het voor mij niet. Ik vind het wel prettig om dat in een gewoon notitieboek te hebben staan, gewoon geïntegreerd in mijn Evernote-app.
Ik heb deze notitieboeken overigens een nummer gegeven omdat ik ze het liefst in deze volgorde op mijn telefoonscherm zie.

Tags
Tags zijn voor mij een handige manier om een taak of een aantekening aan meerdere contexten te kunnen verbinden. Ik gebruik tags met de naam van de locaties waar ik werk (en leef). Middels het selecteren van die tags, weet ik wat er op die locatie op mijn bordje ligt. De belangrijkste tags zijn 'oosterlee', 'ontmoeting', 'stafbureau', 'thuis',  'blog' en sinds afgelopen week 'master'.
Daarnaast heb ik nog wat minder frequent gebruikte tags zoals 'klussen', 'tuin' en wat specifieke werkgerelateerde projecten.

Herinneringen
In de mobiele app zijn al een tijdje herinneringen opgenomen. Als je herinneringen aanmaakt, komen die betreffende taken in een apart lijstje te staan waar een datum aan verbonden is. Wat ik meestal doe, is de avond van te voren mijn dag voorbereiden door naar mijn takenlijst te kijken voor de volgende dag (op basis van de locatie waar ik dan zal zijn). Ik stel dan voor de taken die ik de volgende dag wil doen, herinneringen in. Dat heeft vooral als functie dat ik een prioriteitenlijstje voor die dag maak.
Vanaf de update die deze week in de versie voor Windows komt, worden herinneringen ook ondersteund op je computer. Ik moet nog even zien hoe ik daar mee om zal gaan. Ik gebruik de versie op de computer eigenlijk alleen om blogposts te schrijven. Dat gaat vanuit het notitieboek 'aantekeningen'. Ik denk niet dat de waarde van de functie herinneringen groot zal zijn in dit opzicht.

Zoekfunctie
In de nieuwe versie zal er ook een verbeterde zoekfunctie ingebouwd zijn. Evernote gaat zoeksuggesties geven op basis van je eigen notities. Dat kan best handig zijn.

Voor meer informatie over de update kun je het best even op het Evernote blog kijken.


(bron plaatje)

donderdag 5 september 2013

Rubrics, een uitleg en vier tools

In Onderwijskunde als Ontwerpwetenschap wordt in thema 10 (evaluatie) ingegaan op het gebruik van Rubrics (een goede Nederlandse vertaling ontbreekt blijkbaar). Ik las (o.a.) dit boek in de zomervakantie als voorbereiding op de master die ik vanaf morgen ga volgen. Ik wil in deze blogpost duidelijk maken wat rubrics zijn, in welke omstandigheden ze nuttig zijn en welke tools er beschikbaar zijn op internet om zelf rubrics te maken.

Wat zijn Rubrics?
Rubrics zijn een tool om te kunnen komen tot een evaluatie van de beheersing van vaardigheden. Het ondersteunt dus bij de beoordeling van 'hoe goed' iemand ergens in is. Een voorbeeld van een rubric is hier te vinden. De link verwijst naar een document dat de competentieniveaus voor mediawijsheid beschrijft. Je ziet dat er in de linkerkolom competenties genoemd worden waarvan je wilt dat ze aanwezig zijn. Vervolgens worden in de kolommen daarna verschillende niveaus aangeduid waarop iemand zou kunnen functioneren.
In Onderwijskunde als Ontwerpwetenschap worden verschillende kwaliteitscriteria genoemd waaraan goede rubrics zouden moeten voldoen (ik citeer).
"Goede en bruikbare rubrics:
- bevatten een waarderingsschaal die de criteria waaraan leerlingen moeten voldoen beschrijven in kwalitatieve termen. (...)
- zijn gebaseerd op een waarderingsschaal die van hoog naar laag loopt. (...)
- voorzien docenten van zodanige beschrijvingen van de prestatieniveaus dat ze tot betrouwbare oordelen kunnen komen. (...)
- kunnen zowel gebruikt worden om een vaardigheid in zijn geheel te beoordelen, als om de verschillende onderdelen van een vaardigheid te beoordelen.
- kunnen zowel generiek als taakspecifiek ingezet worden. (...)
- kunnen longitudinaal zijn: de rubric meet vooruitgang gedurende een bepaalde periode."

Wanneer is het gebruik van rubrics nuttig?
Bij vormen van self-assessment en bij peer assessment zijn rubrics handig in het gebruik. Als ze duidelijk geformuleerd zijn, kan een leerling zelf inschatten op welk niveau hij/zij functioneert. En wat er nog moet gebeuren om het eindniveau te halen. Met dit gegeven kan gezegd worden dat vormen van mastery learning gebaat zijn bij duidelijk rubrics die door de leerlingen zelf gehanteerd kunnen worden.

Welke tools zijn beschikbaar?
Op ForAllRubrics kun je zelf rubrics maken en online invullen. Er zijn zowel leraaraccounts als schoolaccounts mogelijk. De leraaraccounts zijn gratis te gebruiken. Ze bieden ook een app voor de iPad.
Op Rubrics4teachers zijn veel gratis voorbeelden te vinden van rubrics. Je kunt ze vrij gebruiken. Op deze site is het niet mogelijk om zelf rubrics te maken.
Op de site van 4teachers.org vind je Rubistar. Daar kun je een account aanmaken, waarna je zelf rubrics kunt samenstellen en kunt bewaren. Verder kun je ook rubrics van anderen doorzoeken.
iRubric lijkt een beetje op de eerstgenoemde tool. Ook hier kun je na het aanmaken van een gratis account zelf rubrics maken. Ze hebben ook een app en er zijn ook schoolaccounts mogelijk.


bronnen

  • Valcke, M., (2010), Onderwijskunde als Ontwerpwetenschap, Een inleiding voor ontwikkelaars van instructie en voor toekomstige leerkrachten.
  • Lepi, Katie (2013, 08, 18), 3 Rubric Makers That Will Save You Time And Stress [weblogpost]. Retrieved form http://www.edudemic.com 
  • afbeelding: http://nli2010beijing.wikispaces.com/Rubric+Building

woensdag 4 september 2013

Letterprins valt tegen

Mijn zoon zit dit schooljaar in groep 3. Hij gaat dus leren lezen. Eigenlijk weet hij al hoe het werkt, maar de hele wereld heeft verteld dat hij in groep 3 leert lezen. Er zit nu in zijn hoofd dat hij niet (zelf) gaat lezen voordat hij dat geleerd heeft van een juf.
Prima. Voorlezen is ook leuk. (En over een tijdje mag hij mij toch echt voorlezen.. :-) )

Nieuwsgierig was ik dus toen ik het volgende bericht las via Onderwijsnieuwsdienst:
"Half augustus verschijnt Letterprins, een leesgame in app-vorm waarmee jonge lezers spelenderwijs hun woordkennis en leesprestaties kunnen verbeteren. In de leesgame is kennis verwerkt uit diverse onderzoeken naar leren lezen, gedaan door taalkundigen van de Radboud Universiteit Nijmegen." (lees verder.)

Het persbericht vind je hier, met onder andere deze beschrijving van de game:
"Letterprins is verdwaald en kan niet lezen. Het kind neemt de Letterprins mee op reis door samen te leren lezen, via letterherkenning, het oefenen van woordjes, woordenschat en begrijpend lezen. Zo kan de Letterprins zijn land met kasteel terugvinden. Na het behalen van een level (dat bestaat uit een serie opdrachten) verdient  het kind stickers en sterren en  verschijnt een videofragmentje van een ‘held’ of rolmodel (ouders/verzorgers, familieleden, vriendjes, leerkracht) met een persoonlijke boodschap. (Goed gedaan, Lars!!!)."

Omdat mijn zoon dus begint aan het proces van leren lezen in groep 3 en het mij leuk leek om voor hem een game te hebben die zijn 'leren lezen' zou kunnen ondersteunen, schafte ik de app aan. Op zijn zachtst gezegd heb ik wel wat verbeterpunten voor de app.

Verbeterpunt 1
De toelichting op de game die in het persbericht staat, staat een beetje verstopt in de app. Het zou mooi zijn als de app zelf de eerste keer de uitleg vanzelf toont. Het liefst door middel van audio gericht op het kind. Maar dat is niet zo. Je moet bij de instellingen op 'uitleg' klikken om een tekst te krijgen die tot de ouders is gericht. Tekstueel verschilt de tekst van de tekst in het persbericht, inhoudelijk een klein beetje.

Verbeterpunt 2
In de uitleg van de app staat een website genoemd, maar dat webadres blijkt na controle alleen geregistreerd en bevat geen website met informatie. Dat is jammer. Zorg dat die website werkt, of noem hem niet in de uitleg.

Verbeterpunt 3
Dit is misschien wel het belangrijkste verbeterpunt. Maak van de game een echte game. Want hoewel deze app ongetwijfeld bijdraagt aan de oefening van het lezen van woordenlijsten, vind ik niet dat je het een game mag noemen. Het zijn schoolse oefeningen waar een flinterdun verhaaltje om heen is gezet over een prins die de weg naar zijn kasteel kwijt is.

Misschien ben ik iets te kritisch. Maar er wordt in iTunes een prijs gevraagd van 3,59 euro. Dat vind ik voor deze 'game' vrij prijzig. Ouders kunnen dit geld besparen door te vragen of de school van hun kind een licentie voor het programma Flits heeft. Met dat programma worden (ongeveer) dezelfde oefeningen gedaan en stelt de leerkracht van het kind het niveau precies passend bij de stof op school in. Via de huiswerk-USBstick kun je je kind thuis ook laten oefenen met woordenlijsten. Maar dan gratis op de computer.

Als je apps zoekt om het leren lezen van je kind te ondersteunen kun je beter bij Zwijsen terecht. De nieuwe Letterlegger bijvoorbeeld.

Letterprins aanschaffen en zelf bekijken: klik hier

dinsdag 3 september 2013

Jilster, zelf een tijdschrift maken

"Samen een mooi tijdschrift maken. Met je eigen teksten en foto's. Voor wie je maar wilt."

Dat is de zin waarmee de website van Jilster opent. Maar wat is Jilster?
Het is een online dienst die het mogelijk maakt op in een beperkte oplage (met printing on demand) een tijdschrift te maken. Je maakt het tijdschrift helemaal zelf, waarna Jilster het drukken, de financiële afhandeling en het verzenden verzorgt.

Volgens de showcases die ze op de site laten zien, hebben verschillende scholen aan het eind van vorig schooljaar een afscheidsboek voor groep 8 met Jilster gemaakt. Dat is een heel aardig idee, vind ik.
Verder zou deze tool ook bruikbaar kunnen zijn om een ouderwetse schoolkrant een gelikt uiterlijk te kunnen geven. En ook de schoolgids zou je volgens mij via deze dienst kunnen laten drukken en verzenden.

Gevonden via Frankwatching.

maandag 2 september 2013

Googles antwoord op Apple TV?

In de vakantie zag ik een aantal berichtjes langskomen over een nieuw apparaatje dat Google op de markt brengt: de Chromecast. Het is een soort usb-stick die je in de hdmi aansluiting van je tv plugt. En daarna kun je 'content from the web' via je draadloos netwerk naar je tv toe sturen. Je tablet of telefoon fungeert dan als de afstandsbediening.
Je hebt er dus een tv met een hdmi ingang voor nodig, en verder ook een draadloos netwerk en een tablet of smartphone.

De filmpjes of foto's die je op het tv-scherm wilt tonen, komen bij Chromecast uit de cloud. De content die op je tablet staat, kun je niet rechtstreeks naar je tv zenden. Je zult dus eerst die zaken online moeten zetten, voordat je het op je eigen tv kunt tonen.
Dat is een groot verschil met Apple TV. Daar kun je alles wat op het scherm van je iPad gebeurt, ook op je tv tonen.

Een ander groot verschil (maar dan in het voordeel van Chromecast) is dat Apple TV onderdeel is van het gesloten systeem van Apple. Het werkt alleen met Apple spullen. De Chromecast werkt met alle devices en is daarmee veel meer open.

Meer informatie bij Google zelf op hun blog.
Als je op zoek bent naar een meer onafhankelijk commentaar zou ik bij Netties.be kijken.
En het Apple-blog One More Thing heeft er ook over geschreven. Maar dan met een Applebril op het hoofd.

Voorlopig is het apparaatje alleen in de VS te koop. Daar kost het 35 dollar. (Ook een verschil met Apple TV trouwens...)

(bron plaatje)