maandag 7 april 2014

Kijken naar mobiel leren vanuit een didactisch perspectief

Jeroen Bottema doet op zijn blog verslag van zijn bezoek aan de SITE conferentie. Eén van de sessies die hij bijwoonde ging over een didactisch model voor mobiel leren. Kearney & Burden (2014) zijn daar de grondleggers van.
Zij zeggen dat formeel leren traditioneel wordt afgebakend door twee grenzen, namelijk 'tijd' en 'plaats'. Leren vindt in dat perspectief plaats op school tussen vooraf afgesproken tijden. Mobiel leren heeft volgens hen de potentie om die twee grenzen te doorbreken. En dat is vanuit didactisch oogpunt best interessant. Daarom hebben zij een theoretisch model opgesteld waarin mobiel leren vanuit didactisch oogpunt wordt beschreven. En vervolgens hebben zij aan de hand van dat theoretisch kader een onderzoek uitgevoerd in hoeverre de mogelijkheden van mobiel leren gezien en benut worden door leraren.

Ik wil hier niet ingaan op dat onderzoek, maar wel het model bespreken dat daaraan ten grondslag ligt. Je zou aan de hand van dit model (als je leraar bent) eens kunnen kijken of je al gebruik maakt van de mogelijkheden die mobiel leren biedt. Bijvoorbeeld als je aan de slag bent gegaan met tablets.

Het model gaat er dus vanuit dat je op een andere manier met 'tijd' en 'plaats' omgaat zodat mobiele leerervaringen gecreëerd kunnen worden. Zie de afbeelding hiernaast.

Vervolgens zijn ze gaan kijken naar de variatie van het gebruik van 'tijd' en 'plaats'. En wat dat nou zegt over het gebruik van de mogelijkheden van mobiel leren.
Bij plaats heb je bijvoorbeeld het verschil tussen formeel en informeel leren. Maar ook het verschil tussen alleen leren en gezamenlijk leren.
Bij tijd kun je synchroon en a-synchroon leren. Zo zijn ze een tijdje aan het stoeien geweest met een aantal van die concepten. (Een beschrijving daarvan vind je in een paper dat ze daarover geschreven hebben.) Door feedback vanuit de onderzoekscommunity hebben ze hun model steeds verder kunnen bijstellen.

Uiteindelijk hebben ze een drietal functies van mobiel leren geformuleerd die een werkbaar model geven. Iedere functie werd weer opgesplitst in twee onderdelen. Die drie functies zijn:

  1. Personalisatie (eigenaarschap en maatwerk)
  2. Authenticiteit (gesitueerdheid en contextualisering) 
  3. Samenwerking (conversatie en datadeling)

Personalisatie
Deze functie valt uiteen in eigenaarschap en maatwerk. Op de schaal van eigenaarschap kan er voor gekozen worden om de controle bij de leraar neer te leggen. Vanuit het perspectief van de leerling wordt het eigenaarschap dan extern bepaald. Er kan binnen het concept van mobiel leren ook gekozen worden voor een vorm waarin de leertaken en -doelen via onderhandeling bepaald worden. Je creëert daarmee meer eigenaarschap bij de leerling.
Op de schaal van maatwerk kun je bij de keuze voor leeractiviteiten kiezen voor een uniforme en gestructureerde aanpak (iedereen hetzelfde), maar ook voor het op maat maken voor de betreffende leerling. Mobiele technologie geeft daar mogelijkheden toe.

Authenticiteit
Authentiek leren wordt als erg krachtig ervaren. Deze functie valt uiteen in gestitueerdheid en contextualisering. Op de schaal van gesitueerdheid kun je kiezen voor simulatie van de werkelijkheid aan de ene kant van de schaal of voor de uitdagingen van echte praktijksituaties aan de andere kant van de schaal.
Op de schaal van contextualsiering heb je te maken met speciaal voor de les bedachte situaties (aan de ene kant) en situaties uit de werkelijkheid (aan de andere kant).

Samenwerking
Deze functie wordt door Kearney et al. (2012) onderverdeeld in conversatie en datadeling. Conversatie uit zich op een schaal die loopt van alleen/onverbonden tot verbonden in een dynamische dialoog. Datadeling gaat vervolgens over de manier waarop er met datadeling omgegaan wordt. Dat komt eigenlijk neer op de vraag of personen alleen (kunnen) komen halen, of ook (kunnen) brengen.

Het model ziet er in zijn geheel zoals hiernaast uit. Dit model geeft de mogelijkheid om bij de inzet van mobiele technologie (tablets bijvoorbeeld) na te denken over nut en noodzaak. Als je op alle beschreven onderdelen laag op de schalen scoort, zou je wellicht kunnen overwegen om veranderingen in je onderwijsontwerp aan te brengen waardoor je meer voordeel gaat halen uit het gebruik van mobiele technologie. Of je kunt er voor kiezen om voor deze leeractiviteiten geen mobiele technologie te gebruiken.


Referenties
Kearney, M., Schuck, S., Burden, K. & Aubusson, P. (2012) 'Viewing mobile learning from a pedagogical perspective', Research in Learning Theory 2012, Vol. 20.
Gedownload van: http://researchinlearningtechnology.net/index.php/rlt/article/view/14406

Geen opmerkingen:

Een reactie posten