De overheid heeft zichzelf tot doel gesteld om meer gepersonaliseerd leren mogelijk te maken door gebruikmaking van ict in het onderwijs. Een gezamenlijk initiatief van de PO-raad, VO-raad en de ministeries van OCW en EZ wil dat door middel van een doorbraakproject bereiken. Er worden kansen gezien voor het vormgeven van passend onderwijs en programma's voor talentontwikkeling. En een betere inzet van ict zou dat mogelijk moeten maken. Voor marktpartijen zou er meer duidelijk moeten komen over verdienmodellen.
Op www.doorbraakonderwijsenict.nl is daar meer informatie over te vinden. Zij proberen daar het project zo transparant mogelijk te maken. En dat is een goede zaak.
Ze zijn begonnen met een marktconsultatie. Dat houdt in dat partijen die in de markt van ict en onderwijs opereren bevraagd zijn op hun standpunten aan de hand van een vooraf opgestelde vragenlijst. Bij de doelgroep van die consultatie moet je dan denken aan:
a. leveranciers van leerlingvolgsystemen, (digitale) methoden en/of planningsystemen
b. leveranciers van devices en connectiviteit
c. leveranciers van software en systemintegrators (wat dat laatste precies is, zou ik niet weten..)
d. partijen uit de gamingindustrie en creatieve sector.
Op 8 november 2013 vond een bijeenkomst plaats waar de deelnemende marktpartijen gesproken hebben met vertegenwoordigers van de PO-raad, de VO-raad en het ministerie. In één van de documenten wordt een lijst opgenoemd van marktpartijen die hebben deelgenomen aan deze inventarisatie. Wat me aan die lijst opviel (voor wat betreft het PO) is dat een aantal in mijn ogen belangrijke spelers ontbreken. Zo zie ik als vertegenwoordigers van leerlingvolgsystemen Dotcomschool en Topicus (Parnassys) er wel tussen staan, maar Rovict (Esis) niet. En van de vier grote educatieve uitgeverijen is alleen Noordhoff apart vertegenwoordigd. De rest (Zwijsen, Malmberg en Thieme Meulenhoff) sturen gezamenlijk één vertegenwoordiger. Bij de groep netwerkbeheerders zie ik bijvoorbeeld wel Skool, maar niet de Odin-groep (Station-to-Station, Heutink ICT etc.) en QL-ict. Verder zijn van de grote internationale spelers wel Microsoft en Samsung vertegenwoordigd, maar Apple en Google niet. De Khan Academy NL is wel vertegenwoordigd, maar Rekentuin en Squla weer niet. En wat te denken van de afwezigheid van de grootste toetsleverancier: Cito. Als er één speler mee zou moeten praten over gepersonaliseerd leren dan is Cito een logische partner, lijkt me. Maar hebben die wel baat bij digitalisering?
Een doorbraakproject heet vooral zo omdat het doel is om een doorbraak te bewerkstelligen. Toch?
Echter, hoe moeilijk dat is in het Nederlandse onderwijs heeft het Basispoort-initiatief de afgelopen periode al bewezen. Dat initiatief beloofde minder administratieve last. Slimme koppelingen tussen leveranciers van verschillende digitale systemen zouden ervoor zorgen dat je als leraar minder wachtwoorden nodig hebt. Het resultaat is echter dat we er gewoon een systeem bij hebben waarbinnen we (ict-coördinatoren) zaken moeten instellen en er ook regelmatig dingen fout (kunnen) gaan. Veel van de beloofde koppelingen zijn (nog) niet gerealiseerd en de vraag is of die goed gaan werken.
Maar terug naar het doorbraakproject. Ik snap niet zo goed waarom ze er bij dit doorbraakproject voor gekozen hebben om het PO en het VO op één hoop gooien. Als je zo'n project per sector aanpakt is het al moeilijk genoeg om uit te voeren, denk ik.
Verder zou er mijn inziens eerst gewerkt moeten worden aan het binnenboord krijgen van de grootste spelers in de markt. Die leggen immers het meeste gewicht in de schaal.
Dit gezegd hebbende ben ik toch zeer benieuwd naar de vervolgstappen en wat het uiteindelijk gaat opleveren. Want het onderwijs kan wel een doorbraak gebruiken op het gebied van onderwijs met ict.
Wil je er meer over weten? Kijk dan op www.doorbraakonderwijsenict.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten