dinsdag 19 augustus 2008

Niveaus van interactiviteit

Clark Aldrich geeft op zijn blog een opzetje voor een taxonomy of interactivity
Hij heeft niveaus bedacht van 0 tot 6 voor de mate van interactiviteit:

Niveau 0 is een pratend hoofd

Niveau 1 is hetzelfde pratende hoofd maar dan stelt dat hoofd af en toe een gesloten vraag waar de leerlingen dan antwoord op mogen geven.

Niveau 2 is ook een pratend hoofd, maar dat hoofd past zijn praatje aan aan de collectieve respons van de leerlingen. (Dat zie ik zo voor me: als ze gaan gapen, probeert hij het verhaal spannender te maken.)

Bij niveau 3 stelt de leraar meerkeuzevragen en de antwoorden op de meerkeuzevragen bepalen welke vragen daarna komen. (Ik had vroeger een computerspelletje dat zo werkte. Meneer Aldrich noemt het 'branching stories'.)

Op niveau 4 moeten de leerlingen zelf aan de slag. In de les zijn meerdere keuzemomenten en de manier waarop ze de dingen 'uitvinden' is steeds anders, maar de er is uiteindelijke maar 1 mogelijke uitkomst. Bijvoorbeeld het bouwen van een motor.

Niveau 5 is net als niveau 4, maar de uitkomsten kunnen verschillend zijn, maar zijn dat meestal niet. Bijvoorbeeld de bekende tycoongames.

Bij niveau 6 gebeurt hetzelfde, maar de uitkomsten zijn altijd uniek en verschillend.
Hier schaart meneer Aldrich het gebruik van web2.0-achtige activiteiten onder.


Al met al een aardig voorzetje. Maar zoals Wilfred Rubens beschrijft nog lang niet de lading dekkend. Deze voorgestelde niveaus van interactiviteit zien er aardig uit als je vanuit het perspectief van spelletjes ontwikkelaars kijkt, maar vanuit het perspectief van het onderwijs ziet zo'n indeling er vreemd uit. Wij gaan meteen denken aan didactische werkvormen. En we willen dan het liefst iedere werkvorm in een bepaald niveau kunnen onderbrengen.

Wilfred Rubens geeft overigens als allerlaatste opmerking mee dat er met een kwalitatief goed pratend hoofd niets mis is. Dat ben ik ten dele met hem eens. Daarbij moet ik denken aan het volgende:

"Wat ik hoor, vergeet ik.
Wat ik zie, onthoud ik.
Wat ik doe, begrijp ik."


En daarmee geef je meer waarde aan een hogere mate van interactiviteit. Zo'n gek idee is het dus niet om een niveau-indeling te maken voor interactiviteit.

4 opmerkingen:

  1. Een spreekwoord moet je natuurlijk ook niet tegen een wetenschappelijk licht houden. Dan rammelt het aan alle kanten. Leren lopen is een mooi voorbeeld van doen zonder te begrijpen, en dan heb ik het niet eens over iets als relativiteitstheorie.
    Wat schijnt te werken is hetzelfde op verschillende manieren aanbieden: luisteren, zien, doen.
    Maar als je een enthousiast podcastluisteraar bent, dan verdient dat adagium natuurlijk gewoon een schop.
    (^_^)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @elke:
    Als je gaat kijken hoe mensen leren, zijn er grote verschillen tussen individuen.
    In dat kader is de theorie rond meervoudige intelligentie ook interessant uiteraard.
    Als meester of juf zul moeten proberen aan te sluiten bij zoveel mogelijk leerlingen. Dat betekent dan inderdaad verschillende manieren van aanbieden.
    Daarbij blijkt uit onderzoek ook dat de variatie in werkvormen het verschil maakt. Niet de werkvormen zelf.

    Het was misschien een beetje flauw om zo'n spreekwoordelijk bedoeld stukje tekst in wetenschappelijk licht te houden.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Sorry, ik wou niet flauw doen.
    Misschien moet ik het zo zeggen: wetenschap is een raar ding. Soms zegt je gevoel dat iets klopt, en zegt de wetenschap 'nee', zoals bij jouw spreekwoordelijke horen, zien, doen. Of juist andersom (het gevoel van alarm dat ik krijg als een wetenschapper voor kernenergie pleit).
    En over meervoudige intelligentie en wetenschap: wist je dat Will Thalheimer 1000 dollar uitlooft voor degene die kan bewijzen dat rekening houden met meervoudige intelligentie méér oplevert?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wetenschappelijk bewijzen dat rekening houden met meervoudige intelligentie meer oplevert...
    Dat is me nogal een onderzoek dan.

    Vooralsnog wordt er gewoon vanuit gegaan dat die theorie van Gardner klopt, volgens mij.

    Ik heb overigens het blog van Will Thalheimer toegevoegd aan mij rss-feeds. Lijkt me een interessant blog.

    BeantwoordenVerwijderen