Op het blog van Mia MacMeekin staat een duidelijke infographic over het gebruik van scaffolding voor dieper leren. Zij gebruikt een les over mieren als voorbeeld. In een serie van 9 vragen bouwt ze steigers om leerlingen heen om hun kennis over mieren te vergroten. Die vragen zijn vervolgens bruikbaar voor ieder ander onderwerp dat je in je les aan de orde wilt stellen, zegt ze. (via Edudemic)
Toevalligerwijs mocht ik afgelopen vrijdag in het kader van de Master leren en innoveren een masterclass bijwonen over scaffolding gegeven door dr. Janneke van de Pol.
Zij vertelde dat bij scaffolding in het meest ideale geval 4 stappen doorlopen zouden moeten worden.
1. diagnosestrategieën (niveau bepalen)
2. diagnosecheck (klopt de niveaubepaling)
3. hulpstrategieën (geven van daadwerkelijke hulp)
4. begripscheck (is het begripsniveau van de leerling veranderd)
Als ik de negen fases van Mia MacMeekin daarnaast leg, vind ik het best moeilijk om daar die vier stappen in terug te zien. Ik zal ze één voor één langslopen.
1. Ask students a question
Oké, dat is duidelijk stap 1. Je probeert een diagnose te stellen wat het beginniveau is van de leerling.
2. Present a mystery for students to solve
Deze fase kan ik niet goed onderbrengen bij een stap. Met een beetje goede wil, zou je kunnen stellen dat het nog steeds niveaubepaling is dat je doet. Kunnen ze dit raadsel aan? Of niet?
3. Ask students to draw what they know
Dit is duidelijk ook stap 1. Je probeert er nog steeds achter te komen wat de leerling weet.
4. Give students ample time to research the mystery
Lijkt me ook niet echt onder te brengen bij een stap. Misschien ligt de stap van hulpstrategieën voor de hand omdat je na de niveaubepaling hulp zou moeten geven, of niet. Maar dit is duidelijk een poging om leerlingen het zelf te laten uitzoeken. Volgens mij zou je bij deze fase wel goed moeten kijken welke hulp nodig is.
5. Ask students to draw the mystery and the solution again.
Hier ben je al aan begripscheck aan het doen. Je wil weten wat ze inmiddels geleerd hebben.
6. Ask students to share their drawing with other students.
Dit heeft ook te maken met begripscheck, denk ik. Door het aan anderen uit te laten leggen, kun je beter bepalen hoeveel de leerlingen er zelf van snappen.
7. Ask students to pull all their ideas together in one drawing
Misschien is dit wel onder te brengen bij de hulpstrategieën. De hulp komt in dit geval niet van de leraar, maar van de medeleerlingen onderling. Ze komen elkaar te hulp.
8. Teacher patiently asks what if questions
Dit is begripscheck. Door het stellen van wat-als vragen, kom je erachter hoe groot het (nieuwe) begrip is geworden.
9. If students need more information, send them back to step 4, and start over untill the outcome of objective is reached.
Je kunt fase 8 als begripscheck van de cyclus zien. Maar daarmee kan meteen een nieuwe cyclus starten. Dat doe je eigenlijk, hier bij fase 9, het starten van een nieuwe cyclus. Dan heb je in fase 8 al meteen het beginniveau bepaald van de nieuwe cyclus.
In de masterclass zijn twee praktijkvoorbeelden behandeld. Daarmee werd al duidelijk dat het toepassen van de vier stappen in de praktijk best wat training vraagt. Leraren zijn geneigd om meteen hulp te gaan geven, omdat ze wel denken te weten wat het beginniveau is. Als je goed gebruik wilt maken van scaffolding, verdient het aanbeveling om je juist bewust te worden van de andere drie stappen uit het model.
Jeroen Bottema heeft van de masterclass een uitgebreid verslag op zijn blog gezet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten