donderdag 31 maart 2016

Geen aandacht voor ondersteuning op werkvloer in plan van aanpak Doorbraakproject onderwijs en ict

Het Doorbraakproject Onderwijs & ICT heeft afgelopen week een plan van aanpak gepubliceerd. Het is een handzaam boekje met een helder overzicht van ambities en doelen. Ze spreken drie ambities uit voor 2017 en die ambities worden ieder vertaald in één of meerdere doelen waaraan gewerkt gaat worden.

Puntsgewijs, en zonder de versierende verhaaltjes van betrokkenen komt het hierop neer:

Ambitie 1: Schoolbesturen in PO en VO zijn in staat om gefundeerde keuzes te maken over de inzet van ict.

  • Doel 1: Het project helpt schoolbesturen weloverwogen keuzes te maken op het gebied van de toepassing van ict, de implementatie van ict en de investeringen die daarvoor nodig zijn.


Ambitie 2: Het is voor schoolbesturen duidelijk hoe ze hun (ict-)keuzes kunnen implementeren.

  • Doel 2: Het project stelt informatie beschikbaar om de juiste infrastructurele keuzes te maken.
  • Doel 3: Het project helpt bij het professionaliseren, waardoor schoolbesturen, schoolleiders en leerkrachten vaardig zijn met ict.
  • Doel 4: Het project stelt schoolbesturen in staat als professionele klant kwalitatief of kwantitatief inkoopvoordeel te behalen bij de aanschaf van ict(-gerelateerde) producten.


Ambitie 3: Er zijn geen belemmeringen in markt en systeem voor het uitvoeren van de gemaakte keuzes.

  • Doel 5: Het project zorgt voor genoeg kwalitatief hoogwaardig aanbod van digitale leermiddelen dat geschikt is om leermiddel-overstijgend mee te variëren en arrangeren. 
  • Doel 6: Het project zorgt voor inzicht op individueel niveau in de voortgang van het leren. Dit betreft een overkoepelend inzicht over gekozen leermiddelen en aanbieders van lesmateriaal heen.
  • Doel 7: Het project zorgt voor het wegnemen van technische belemmeringen, waardoor scholen op een gebruiksvriendelijke manier leermiddelen kunnen gebruiken in of vanuit een gangbaar (leer)platform naar keuze.
  • Doel 8: Het project zorgt voor een probleemloze toegang tot en gebruik van digitale leermiddelen. Het uitwisselen van data bij het bestellen, leveren en gebruiken van leermiddelen is tot een minimum beperkt. Hierdoor blijft de privacy van leerlingen en leraren beter geborgd.
  • Doel 9: Wet- en regelgeving belemmert schoolbesturen niet bij de keuze voor digitaal onderwijs op maat.
  • Doel 10: Schoolbesturen, schoolleiders en leraren hebben steeds meer inzicht in wat werkt bij het toepassen van ict en onder welke voorwaarden. Dit inzicht is gebaseerd op onderzoek.

Verderop in het boekje worden per doelstelling vervolgens voorbeelden van acties genoemd die op stapel staan om de doelstellingen voor 2017 te halen. Het gaat te ver om die uitwerkingen hier op te noemen, maar je vindt ze terug in het de publicatie (pdf).

Als stafmedewerker onderwijs en ict bij een grote stichting, én ict-coördinator op een basisschool moet ik hier iets van vinden. Er is ongetwijfeld door heel veel betrokkenen goed nagedacht en hard gewerkt aan het uitwerken van al deze doelen en acties. Maar ik kan me niet aan het gevoel onttrekken dat we dit allemaal al eens gedaan hebben. Ik loop nu zelf al zo'n 15 jaar mee in deze wereld. En deze doelstellingen zijn stuk voor stuk niet nieuw.
Kennisnet is met deze materie en op deze manier al jaren bezig. Ik zie in het plan van aanpak geen aanknopingspunten waarom het nu ineens sneller zal gaan verlopen. Ik zou het aanmoedigen, dat wel, maar ik schat in dat de materie complexer is dan dit document doet vermoeden. En als ik een voorzichtige verwachting mag uitspreken, dan denk ik niet dat we in 2017 zullen constateren dat de doorbraak geforceerd is. Niet op basis van deze doelstellingen.

Ik zie in het plan van aanpak geen enkele aandacht voor praktische ondersteuning op de werkvloer. Naar wie kan een directeur met vragen over strategische keuzes met betrekking tot ict in zijn school als hij het zelf niet weet? Naar wie kan een leraar als zijn bord plots uitvalt? Naar wie kan de werkgroep die een nieuwe methode gaat kiezen als ze vragen hebben over de digitale systemen die daarbij passen?
Mijn ervaring is inmiddels dat scholen met een goede ict-coördinator, die voldoende (in tijd) wordt gefaciliteerd, grote slagen kunnen maken. Mijn ervaring is dat als er serieus werk gemaakt wordt van scholing en werkplekbegeleiding in het primaire proces de ontwikkelingen ineens heel hard kunnen gaan. Maar juist op dat punt voorziet het plan van aanpak helemaal niet.
De acties lijken vooral gericht op schoolbestuurders. Maar daar gaat het mijn inziens helemaal niet om. Het moet niet op de stafbureaus of in de directiekamers gebeuren. Maar in de klas. Daar is tijd, ruimte en praktische ondersteuning voor leraren voor nodig.
Verder wordt er ook gesproken over het zorgen voor goed digitaal leermateriaal. Maar daar gaat het ook niet om. Er is goed digitaal leermateriaal genoeg. En initiatieven voor gezamenlijke inkooptrajecten zijn er ook al. Maar dat is ook niet altijd wenselijk vanuit het perspectief van een school.

Om dan tenslotte toch nog maar in te gaan op één van de versierende verhaaltjes:
In één van de voorbeelden is een schoolleider aan het woord over een versnellingsvraag met betrekking tot een soort master-dashboard waarmee een leerling vanuit allerlei applicaties gevolgd zou kunnen worden door de leraar. Daar wordt volgens die schoolleider aan gewerkt. Alleen dat voorbeeld al doet mij huiveren. Wat een tijd en geld zal daar in gaan zitten. En wat een gedrocht gaat dat opleveren?
Doelstelling 8 zegt nota bene dat het uitwisselen van data tussen applicaties tot een minimum beperkt zou moeten worden. En dan doen we een versnellingsvraag naar het combineren van zoveel mogelijk gegevens in één applicatie.
Vreemder is het nog als je kijkt naar welke systemen ze willen vangen in het dashboard. Die school schijnt te werken met Muiswerk, Rekentuin, Taalzee en Smart rekenen. Dat zijn adaptieve systemen die prima dashboarden van zichzelf hebben (alleen Smart rekenen ken ik niet). Een kenmerk van adaptieve systemen is (zo leerde ik laatst) dat die adaptiviteit vooral binnen het systeem werkt. Je kunt dan leerpaden voor leerlingen door het systeem laten bepalen terwijl de leraar ervan op de hoogte blijft door goede rapportages.
Ik leerde dat van een blogpost van Wilfred Rubens die daar met de volgende zin op inging: "Het is immers ook alleen maar mogelijk om binnen één systeem gepersonaliseerde leerpaden via adaptieve technologie te realiseren (en niet over systemen heen)."

Misschien wil het doorbraakproject wel iets forceren wat niet te forceren valt. Misschien moet er gewoon geduldiger gewacht worden tot het vanzelf groeit. Want dat doet het wel.









dinsdag 29 maart 2016

En toen zat heel SCOH in Office365

Vorige week hebben we een mijlpaal gehaald die ik hier niet onvermeld wil laten. Op 18 maart ging de laatste locatie van SCOH (te weten ons servicebureau) over op de centrale mailomgeving van Office365. Vorige week werd die laatste locatie ingeregeld. Dat betekent dat nu alle locaties aangesloten zijn en alle medewerkers een emailaccount in dezelfde omgeving hebben. Het doel van deze operatie is dat we de samenwerking tussen onze scholen zo goed mogelijk digitaal willen faciliteren. 

Wat hield een migratie in? Eigenlijk deden we twee dingen tijdens een migratie. Het eerste was dat we een backup (of export) maakten van iedere mailbox uit de oude omgeving van de school. En die backup lazen we in in het nieuwe (lege) account van iedere medewerker.
Het tweede element was dat we ervoor zorgden dat de mail die naar het oude adres gestuurd werd, bezorgd zou worden in het nieuwe account. Daarvoor hebben we alle maildomeinen moeten koppelen in dezelfde omgeving.

Dat dit een operatie was die we niet 'even' deden, was al snel duidelijk. Aan het begin van schooljaar 2014/2015 hadden we net een bovenschoolse sites-omgeving laten bouwen. Die is rond de kerst van dat schooljaar opgeleverd en vrij snel daarna hebben we de mailmigratie van het stafbureau ook gedaan. 
In de periode daarna hebben we alle scholen één voor één aangesloten op de centrale omgeving. We wilden dat op een zorgvuldige manier doen zonder al te veel impact op de schoolorganisaties. Vanaf maart vorig jaar hebben we daarvoor ongeveer één migratie per week gedaan. De vakanties lieten we erbuiten. We hebben geen gebruik gemaakt van fasttrack-trajecten van Microsoft. We hebben met een goed team van interne en externe medewerkers een planning gemaakt en ons daaraan gehouden.

Allereerst hadden we alle 38 locaties verdeeld in drie tranches. Scholen mochten aangeven of ze vooraan in de rij wilden staan, of dat ze liever aan het einde kwamen. In de eerste tranche scholen (die tot de zomervakantie duurde) hebben we ervoor gezorgd dat we alle soorten migraties een keer gedaan hadden. SCOH blonk namelijk uit in het stimuleren van de autonomie van scholen. Dat vind ik veel gevallen niet zo verkeerd, maar op het vlak van ict is enige standaardisatie wel handig. In dit geval had het er voor gezorgd dat iedere school zo zijn eigen manier had ontwikkeld om de functionaliteit van email bij medewerkers te krijgen.

In die eerste tranche deden we de volgende migratie-'smaken':
  • Van lokale exchange server naar Office365
  • Van eigen Office365 naar centrale Office365
  • Van Google Apps for Education naar Office365
  • Van een mengeling van losse werk- en privé accounts naar Office365
Maar we hadden niet alleen te maken met verschillende mailomgevingen. Ook de registrars voor de maildomeinen en de netwerkbeheerders verschillen tussen de scholen. (Een registrar is een partij bij wie je een maildomein registreert en daar krijg je dan inloggegevens van om zo'n domein te kunnen koppelen aan een mailomgeving.)
Dus we hadden te maken met bhosted, strato, protagonist, xs4all, en zo nog een paar registrars.
De netwerkbeheerders bestonden uit Skool, Heutink ICT, ITS-itservices en Qlict.
Kortom, het was een mooie uitdaging. 

In de eerste tranche deden we één school per week. Iedere vrijdag vonden de werkzaamheden van de migratie plaats. Dan liepen de imports van de mailboxen door in het weekend. En op de maandag ging de ict-coördinator van de school in kwestie aan de slag om te zorgen dat instellingen in het lokale netwerk goed gezet werden zodat de collega's van die school hun mail weer konden lezen op de vertrouwde manier. Meestal gewoon in een Outlook client.

Na de zomervakantie hadden we het idee dat we het zo goed in de vingers hadden, dat we als projectgroep besloten om de migraties te versnellen. In plaats van één per week, deden we er toen tot aan Sinterklaas twee per week. Iedere vrijdag twee migraties. En iedere maandag waren er dan twee ict-coördinatoren bezig. Terwijl we hen ondersteunden, waren we al weer aan het voorbereiden voor de volgende twee migraties.

Na de kerstvakantie was de derde tranche scholen aan de beurt. Daarin zaten een paar locaties waarvan we de migraties vooraf iets ingewikkelder ingeschat hadden. Een school die Google Apps for Education gebruikte, bijvoorbeeld, met daarin ook actief gebruik van Google Classroom. En een school die hun lokale Active Directory synchroniseerde met een eigen Office365-omgeving. Om nog een voorbeeld te noemen.
In die tranche hebben we besloten om terug te gaan naar één migratie per week. Ook die scholen zijn nu aangesloten op de centrale omgeving, soms met wat aanpassingen die niet anders konden.

En nu zit het er op. Tenminste, de mailmigraties zitten erop. Want eigenlijk gaat het nu pas beginnen. Alle medewerkers maken nu gebruik van hetzelfde platform.  Natuurlijk is Office 365 veel meer dan een mailomgeving. Maar voor veel gebruikers is dat nog niet echt geland. De overige veranderingen gaan de komende tijd volgen. Verschillende scholen willen een eigen sites-omgeving en ook dat gaan we regelen. We blijven bouwen. Aan samenwerking. Want dat is het doel.

Het team waarmee we de mailmigraties gedaan hebben, bestond overigens uit Maurits Knoppert en ikzelf vanuit SCOH, en verschillende medewerkers van ITS-itservices. Met name Ernstjan Didden en Paul van Driel wil ik vanaf deze plek bedanken voor het prettige samenwerken in dit project.
Ik maak op dit blog niet vaak reclame. Maar Maurits en de mannen van ITS-itservices verdienen wat mij betreft een heel groot compliment. Bij deze!
Ze zijn in te huren, denk ik. ;-)

maandag 14 maart 2016

Daaag Evernote. Hallo OneNote!

Sinds jaar en dag hou ik de notities voor dit blog bij in Evernote. Dat is mijn verzamelplek. Daar combineer ik verschillende notities tot postjes die ik wil schrijven. Ik vind Evernote een heel fijn programma om notities op te slaan. Dat komt omdat het via apps toegankelijk is op mijn telefoon en tablet. En voor op de computer kun je ook een programma downloaden. De notities zelf worden opgeslagen op internet in je (gratis) account dat je daarvoor aanmaakt. Ze worden daardoor gesynchroniseerd over al je apparaten die je gebruikt. En dat doe ik.

Zoals jullie weten, ben ik mede om dezelfde reden ook enthousiast over Office365. Dat werkt ook met een account dat je op internet hebt. In mijn geval een account voor mijn werk. En Microsoft heeft allemaal apps gemaakt die er voor zorgen dat je bestanden over al je devices synchroniseren. Nu is mijn recente lijst in Word ineens zowel op mijn iPad als op mijn computers beschikbaar. Eén lijst dus. Niet afhankelijk van het apparaat waarop je werkt. En ik kan altijd aan mijn Word- en Excelbestanden verder werken omdat ik ze in mijn OneDrive heb opgeslagen. Dropbox werd daardoor overbodig.

Microsoft heeft ook een notitie-app: OneNote. Ook daar geldt weer dat de gegevens uit je account gesynchroniseerd worden over al je apparaten heen. Telefoon, tablet, computer thuis, laptop, computer werk. Het maakt niet meer uit.
Ik was al langer van plan om OneNote in gebruik te gaan nemen. Wat mij tegen hield was het aantal notities dat ik in Evernote heb staan. Die moest ik dan allemaal gaan overzetten. De mensen bij Microsoft hebben die opmerking vaker gehoord, denk ik. Want gisteren las ik dat ze speciaal voor Evernote-gebruikers een tooltje hebben ontwikkeld waarmee je al je notities in één keer kan overzetten. Je kunt er voor kiezen 'alles' uit je Evernote-account overzetten, of één notitieboek, of een paar geselecteerde. Wat je wilt. Na het selecteren zet je de tool aan en na een tijdje wachten staan je Evernote-notities in OneNote.

Ik heb het vanavond gelijk even geprobeerd met één notitieboek om het te testen. En ik moet zeggen dat het wonderwel allemaal meteen werkt.
Dus dat betekent: daaag Evernote. Hallo OneNote! Zal wel even wennen zijn aan een nieuwe interface. Maar het is wel prettig alles op één plek te hebben.

Wil je het zelf ook proberen? Hier vind je het tooltje. En hier de blogpost van OfficeBlogs.


Overigens: Dropbox werd dus OneDrive. Evernote wordt nu OneNote. De volgende is Trello, denk ik. Office 365 Planner al gezien?

woensdag 2 maart 2016

Slim meten

Even enigszins off-topic.

Een tijd geleden werd ik gebeld door mijn energieleverancier, Eneco. Of ik (gratis, jaja!) een slimme meter in mijn huis wilde laten plaatsen. "Nee", zei ik tegen de mevrouw aan de andere kant van de lijn. "Maar meneer, het kost u niets?" "Nee, ik heb geen interesse", zei ik. "We hebben nu een klokthermostaat", legde ik uit. "En de slimmigheid die daarin zit, namelijk op gezette tijden mijn verwarming aan en uit zetten, gebruik ik ook al niet. Ik zou niet weten waarom ik een slimme meter nodig heb. Ik heb geen behoefte aan een slimme meter. Ook niet als hij gratis is." Haar reactie klonk als: "Huh?"

Wij hebben namelijk een verwarming die 'doorschiet'. Zal wel iets met de ouderdom van het huis te maken hebben. Als ik mijn thermostaat op 17,5 graden zet, warmt mijn huis op tot 18,5 of soms 19 graden, afhankelijk van of het regent of de zon schijnt. Ik heb toen ik er net woonde geprobeerd de klokthermostaat goed in te regelen. Maar uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat ik het beter handmatig kon doen. Dat werkt voor ons sinds jaar en dag goed. Sterker nog: in de loop der jaren zijn we de verwarming steeds lager gaan zetten. Soms vergeten we hem zelfs aan te zetten.

De mevrouw aan de andere kant van de lijn leek het echt niet te begrijpen. Er volgde nog wat geneuzel over het bedienen van mijn thermostaat met mijn smartphone. Dan kon ik de verwarming alvast aanzetten als ik van mijn werk naar huis kom. Of ik kon zelfs mijn lichten bedienen vanaf mijn thermostaat. Ofzo... Moest ik wel andere lampen kopen. "NEE, IK HEB GEEN INTERESSE", heb ik toen in Capslock gezegd. Daarna heb ik nog gevraagd of ze mijn nummer uit het belbestand wilde halen. Snapte ze ook niet, geloof ik.

Ik zag vandaag per toeval een reclame. Ik kijk zelden tv, want het apparaat hebben we al een tijdje geleden de deur uit gedaan. (Bespaart ook energie overigens...) Maar ik heb een app. Op mijn iPad. En daar zag ik toevallig deze reclame. Per ongeluk.


Daarin word je opgeroepen om werk te maken van energiebesparing. Daar ben ik voor. In dit huis heb ik dakisolatie aangebracht, en vloerisolatie, en ook van dat folie achter mijn verwarmingen geplakt. 's Winters gaan eerst de dikke truien en sokken aan en daarna de verwarming. Grofweg. Om een beeld te geven van ons minimalistische gedrag.
Energiebesparing vind ik dus een prima doel. Maar ik was wel nieuwsgierig wie of wat er nou achter dat spotje  zat. Want er worden producten genoemd van allerlei energiebedrijven in die reclame. Hoe zat dat nou? Het was snel genoeg gevonden.
Energie-Nederland zit erachter, was op de campagnewebsite te lezen. Via staopuitjestoel.nl kun je niet doorklikken naar de website van Energie-Nederland. Maar uiteraard vind je die gewoon op www.energie-nederland.nl. Google weet veel.

Daar zie ik dat het een branche-organisatie is. De vraag die bij mij dan opkomt is waarom een branche-organisatie van energiebedrijven zich in een campagne hard maakt voor energiebesparing. Ze verdienen toch geld met het verkopen van energie, lijkt me. Als ze minder energie verkopen, verdienen ze minder. En in een economie die gebaseerd is op groei, is dat in mijn ogen dus vreemd.(Zo'n economie is al vreemd, maar daar hebben we het voorlopig mee te doen. Het is niet anders. Maar dat terzijde.)  Het komt op mij over alsof de Albert Heijn en Lidl samen zeggen: "Remko, je moet wat minder bij ons kopen. Doe deze week anders eens geen toetjes, dan krijg je korting."
Dus er zal wel iets anders achter zitten.

En dan stuit ik op het Energie-akkoord. Een akkoord waarin verschillende partijen zich gecommitteerd hebben aan energiebesparingsdoelstellingen die moeten opleveren dat vanaf 2020 minimaal 14% van de energie duurzaam opgewekt wordt. Beetje weinig, denk ik dan met mijn minimalistische lekenhoofd.
Wikipedia vertelt mij echter dat het in de praktijk een beetje veel blijkt. Eneco heeft al in juli 2015 aangegeven dat ze niet meer mee kunnen doen met de voorgenomen investeringen die ervoor nodig zijn. De holdings van Eneco zijn of worden uit elkaar getrokken lees ik op de website van de BNR. De financiële mogelijkheden verdwijnen daardoor. Iets met het scheiden van netwerken en leveringen. Ik las laatst ook zo'n verhaal op Facebook. Een bedrijf dat ook opgesplitst werd, doorverkocht, samengevoegd en weer opgesplitst. Tot er niets meer van financiële ruimte over was. Dat ging over de V&D. Het geld was volgens dat verhaal verdwenen naar buitenlandse investeerders. Vooral Amerika. Die zijn goed met geld naar de allerrijksten brengen.
Maar goed, ik ga daar niet over en ik heb er ook niet echt verstand van. Dus misschien begrijp ik het wel verkeerd. Feit is wel dat de voorgenomen afspraken uit het Energie-akkoord waarschijnlijk niet gehaald gaan worden. In ieder geval niet allemaal.

Om eens te kijken wat er dan wel of niet gehaald gaat worden, besluit ik even door te zoeken. Mijn interesse is inmiddels gewekt en je moet wat op een vrije woensdagavond. Ik kom op een website waarop de voortgang van het Energie-akkoord nauwgezet wordt bijgehouden.
En dan zie ik waarom Energie-Nederland deze campagne gestart is. De overheid wil ons laten besparen. De overheid denkt dat we dat niet zelf kunnen. Daar hebben we slimme meters voor nodig. Die worden je aangepraat onder het mom van inzicht in je eigen energieverbruik. Maar eigenlijk wil de overheid inzicht in ons energieverbruik, is mijn conclusie. Ze hebben behoefte aan stuurinformatie, denk ik.
Eén van de doelstellingen uit het Energie-akkoord is dat we voor 2020 allemaal aan de slimme meter zitten. En de energiebedrijven moeten dat uitrollen.
Het kwartje valt bij mij. Het is niet Eneco die mij laatst belde met het aanbod voor Toon. Het was de overheid in Eneco-kleren. En dat spotje is dus ook de overheid in energieleveranciers-kleren.

Ik kan hier nu nog een heel verhaal gaan houden over de gegevens die je gaat delen als je een slimme meter laat plaatsen. Privacyzorgen, beveiligingslekken, big brother, etc. Maar dat doe ik niet. Dat moet je zelf overwegen. Misschien zie je wel voordeel.
Voor mij is onder de streep belangrijk of de balans er is tussen wat ik prijs geef en wat ik krijg. Ik snap gewoon (nog?) niet wat een slimme meter mij brengt. Leg mij uit waarom ik ook op dit vlak 'connected' zou moeten worden.