zondag 21 december 2008

Gedragsprobleem


Ik had eens een kind in de klas waarvan gezegd kan worden dat hij een gedragsprobleem had. Eén op één was het een fantastisch kereltje, maar in een lessituatie kon hij soms het bloed onder je nagels vandaan halen. Dat kost je enorm veel energie.

Gelukkig had ik toen de klas samen met een collega. Ik twee dagen, zij drie. Het voordeel daarvan vond ik dat je weer even afstand kon nemen van de hectiek in de klas. En we konden overleggen over de best mogelijke oplossing voor het probleem.

Het (negatieve) gedrag van het jongetje bestond o.a. uit:
  • steeds voor zijn beurt praten

  • lopen door de klas op momenten dat dat niet mocht

  • niet stil kunnen zitten

  • steeds letten op andere kinderen

  • andere kinderen 'zo nodig' slaan of bedreigen

  • discussies aangaan over straffen

  • spullen van andere kinderen afpakken en gauw weer teruggeven

  • hulp vragen bij te eenvoudige dingen m.b.t. tot zijn werk


  • Na overleg hebben wij toen besloten het kind niet meer in de klas toe te laten voordat hij 'normaal' kon doen. Dat was uiteraard een beetje veel gevraagd, maar het moest een signaal zijn dat hij te ver ging.
    Na twee of drie weken op de gang te hebben gewerkt, hebben we hem met een aantal afspraken geconfronteerd. Hij kreeg een set kaartjes waar regels aan vast zaten.

    Hij kreeg voor ieder vak (rekenen, taal, schrijven, spelling, knutselen, etc.) een kaartje. Als hij een vraag wilde stellen over dat vak, mocht dat. Maar dan moest hij het betreffende kaartje inleveren. En die dag mocht hij dan geen vraag meer stellen over dat vak. Gevolg: hij ging heel secuur met zijn vragen om. En dat was precies wat we hem wilden bijbrengen.

    Verder hadden we voor hem drie boze kaartjes. Die hadden wij. Als hij voor ons te ver ging (kind slaan, na de zoveelste waarschuwing nog steeds door de klas roepen, e.d.), plakten we zo'n kaartje op het bord. Als hij op een dagdeel zijn derde boze kaartje kreeg, moest hij op een afgesproken plek in de school zijn werk verder afmaken. Hij mocht dat dagdeel dan niet meer terug in de klas. Die plek was wel een plek onder toezicht en er lag ook altijd extra werk.
    Door deze boze kaartjes kreeg hij een handvat om zijn gedrag te sturen. Er kwamen geen ellenlange discussies en hoog opgelopen emoties bij kijken. Er waren regels waar hij iets mee kon.

    De situatie werd werkbaar. Voor het kind en voor ons als meester en juf van de klas.

    Er zijn genoeg collega's die bovenstaand verhaal (her)kennen uit hun eigen praktijk. Bij complexere problemen met hele klassen wordt ook taakspel wel eens ingezet. Maar soms is dat schieten met een kanon op een mug. Een mooiere oplossing vind ik het als leerkrachten vanuit hun eigen competenties, relaties en strategieën de uitdaging aangaan met dit soort kinderen.


    (plaatje van interactum.nl)

    Meer lezen
    Letop.be
    Rapporten en cijfers
    Lerarenbeurs op herhaling

    Of abonneer je via RSS of email
    >>> Wat is rss?

    Geen opmerkingen:

    Een reactie posten