maandag 18 april 2016

Op verzoek automatisch een mailtje met bijlage versturen

Dat was de titel van een blogpostje dat Trendmatcher vorig jaar plaatste. Hij schrijft:
"Stel, je hebt een mooie les of handleiding gemaakt die je best wilt delen, maar je wilt graag weten met wie. Wat je kunt doen is mensen vragen je een mailtje te sturen zodat jij ze de les toe kunt sturen.
Maar wat nu als het een succes wordt en je tientallen verzoeken krijgt? Iedere keer weer datzelfde mailtje opstellen? Nee hoor, dat kan simpeler, tenminste met Gmail!"

Nou, daar heb je dus niet per se Gmail voor nodig. Van het weekend heb ik even zitten kijken of het met Outlook in combinatie met Office365 ook lukt. En het antwoord daarop is ja. Gewoon met standaardfunctionaliteit: regels en emailsjablonen.

Ik heb een regel aangemaakt als volgt:

Deze regel nadat het bericht wordt ontvangen
alleen aan mij verzonden
  en met [onderwerp] in het onderwerp
de server moet antwoorden met [reactie]
  en verplaats het bericht naar [naam map]

Daarin zie je drie variabelen die je naar eigen inzicht kunt instellen.
Bij [onderwerp] vul je het woordje in dat in de onderwerp regel van de ontvangen email moet staan. Op basis van deze voorwaarde én de voorwaarde dat de email alleen aan jou verzonden is, treedt de regel in werking. Ik kan me voorstellen dat je op je blog een aanvraagformulier maakt waarin je het onderwerp alvast voor definieert. Dan moet het goed komen.
De variabele [reactie] verwijst naar een emailsjabloon. Dat is het mailtje dat je speciaal voor dit doel schrijft. En daar hang je dus ook die bijlage aan. Iedere keer dat de regel getriggerd wordt, pakt de server dit emailsjabloon op en verstuurt het naar de aanvrager.
Bij [naam map] kun je een willekeurige map die onder je postvak hangt instellen. Deze regel kun je ook weglaten, maar ik vind het zelf prettig om een opgeruimd postvak te hebben. Dus als de mail behandelt is, mag hij naar een ander mapje (archief) verhuizen.

In sommige gevallen kan dit dus zeer handig zijn. En het is ook fijn om te weten dat het niet alleen bij Gmail via labs werkt. Zeker nu steeds meer organisaties overstappen naar Office365.


zaterdag 16 april 2016

Tastbare interfaces

Tangible interfaces. Dat is de Engelse term die ik voor het gemak maar even vertaald heb in 'tastbare interfaces'.
We zijn gewend met computers of apparaten te interacteren via knopjes (toetsenbord, muis, afstandsbediening) of via virtuele knopjes op een scherm zoals bij een touchscherm. Ik denk dat dat de komende tien jaar gaat veranderen. Signalen daarvan kun je zien als je oplet. Ook in educatieve materialen die worden ontwikkeld.

In deze blogpost wil ik wat voorbeelden noemen van producten die gebruik maken van een tastbare interface. Dat deed ik vorig jaar ook. En inmiddels zijn er weer nieuwe voorbeelden bijgekomen.

1. Osmo
Osmo is eigenlijk een toevoeging aan de iPad. Je zet de iPad in een speciale standaard en over de camera van de iPad schuif je een spiegeltje zodat het apparaat het vlak (de tafel) voor de iPad 'ziet'. In dat vlak leg je dan bepaald kaartjes of blokjes neer. Of je trekt een lijn met een vilstift op een leeg blad. De iPad 'ziet' dat dan en daarop reageren de apps die speciaal voor de Osmo gemaakt zijn. De toevoeging die Osmo hier doet, is dat het ervoor zorgt dat je niet meer (per se) in het platte vlak bezig bent, maar daadwerkelijke materialen kan manipuleren. Dat zorgt voor een andersoortige dynamiek als je samen wilt werken aan een bepaalde taak, bijvoorbeeld.


2. Goed Wijzer
Goed Wijzer biedt materialen voor een klokkijkles voor leerlingen uit groep 4 en 5. Het bestaat uit een app (op een iPad) die bestuurd wordt door een fysieke houten klok en de daarbij behorende hulpstukken. De leerling werkt gewoon met een houten oefenklok. Maar de app geeft feedback op wat de leerling doet. Ook hier haal je het manipuleren van de klok uit het platte virtuele vlak en kan de leerling fysieke objecten vasthouden en manipuleren.


3. Cubetto van Primo
Dit materiaal is bedoeld om jonge kinderen in aanraking te brengen met programmeren. Het bestaat uit een soort rijdend doosje dat je een route kunt laten rijden door op een houten bord blokjes te plaatsen.
Ook hier gaat het weer om tastbare blokjes die je in een bepaald volgorde legt om daarna elektronica aan te sturen. Je verbindt de tastbare wereld met de wat meer abstractere wereld van code en programmeren.


4. Bloxels
Wie mijn blog volgt, heeft ooit een keer het bericht voorbij zien komen van Pixel Press Floors. Dat was een app waarmee je een platform game kon maken door het gewoon op ruitjes papier te tekenen en dan in te scannen. De makers daarvan zijn met dat idee verder gegaan, en hebben het idee omgezet in een tastbare interface waarmee je de game met gekleurde blokjes in een soort raster 'bouwt'. Daarna kun je hem inscannen en als game spelen op je tablet. Daarmee krijg je een soort lego idee voor het bouwen van platformgames. Je kunt zelfs het poppetje waar je mee speelt op deze manier 'ministecken'.


5. Makerbloks
Behalve fysieke plastic of houten blokjes, kun je ook wat intelligentere stenen met elektronica koppelen aan apps op je tablet. Dat hebben de ontwikkelaars van Makerbloks gedaan. Zij hebben stenen ontworpen die mij een beetje doen denken aan Little Bits. Een soort elektronische schakelstenen die je aan elkaar kunt koppelen. Maar zij koppelen die stenen niet alleen aan elkaar maar ook aan een tablet (iPad in dit geval). Dat maakt dat er een nieuwe laag kan ontstaan waardoor de iPad feedback kan geven op wat je aan het bouwen bent. En dat je binnen de app ook opdrachten kunt gaan formuleren die spelers kunnen uitvoeren.


6. Bimii
De Bimii-book is een soort houten laptop waar geen toetsenbord bij hoort, maar een soort scanner (zoals bij de kassa van de supermarkt) die op bepaalde stenen reageert. De bimii-book is ontwikkeld in samenwerking met een school voor speciaal onderwijs. Ook hier geldt weer dat de interface van toetsenbord (letterlijk) vervangen is door een tastbare interface.


Met deze 6 voorbeelden van tastbare interfaces wil ik laten zien dat er duidelijk een ontwikkeling zichtbaar is naar een ander gebruik van interfaces van apparaten. Ik denk dat we niet alleen moeten denken aan 'knopjes en schermen' als we nadenken over 'intelligent' educatief materiaal. De tastbare interfaces zullen alleen maar in aantal en kwaliteit toenemen. En de ideeën waarvoor dat gebruikt gaat worden, zullen ook steeds beter worden.

Waarom maakt een tastbare interface eigenlijk verschil?
De leerontwikkeling van mensen doorloopt in een natuurlijk proces een aantal fases. Aan het begin heeft een kind vooral behoefte aan voelen, manipuleren van fysieke objecten om de wereld te leren kennen. Daarna is een kind langzamerhand steeds beter in staat om mentale representaties van die wereld te maken. Als ik aan jou vraag of je je kunt voorstellen hoe het kaakje aanvoelt dat op een ijsje zit, weet je dat alleen maar omdat je dat ooit gevoeld hebt. Je weet waarschijnlijk ook hoe dat kaakje aanvoelt als je hem eerst nat maakt voordat je hem in je mond stopt. Het feit dat jij dit in gedachten kunt ervaren heeft zijn grondslag in het feit dat je die ervaring een keer hebt opgedaan. Een kind dat die ervaring nog niet heeft opgedaan, weet niet waar we het over hebben. Totdat hij het zelf geproefd of geprobeerd heeft.
Zo vinden veel leerprocessen plaats. Veel van wat wij weten, vindt zijn grond in bepaalde fysieke en motorische ervaringen.
Als we het natuurlijk leerproces van kinderen willen ondersteunen, moeten we ervoor zorgen dat we niet te snel naar het virtuele en abstracte gaan. Een goed begrip van de wereld wordt opgebouwd als er voldoende fysieke en motorische ervaringen zijn om dat begrip op te baseren. Daarmee creëren we een grond waarop de rest van de ervaringen gebouwd kunnen worden. Daarom denk ik dat tastbare interfaces een goed 'ding' zijn. En als onderwijs doen we er verstandig aan om de mogelijkheden daarvan te overwegen en te onderzoeken.

maandag 11 april 2016

Scherm óf schrift?

Veel van wat ik lees en schrijf doe ik digitaal. Ik heb een tijdje bewust geprobeerd zoveel mogelijk digitaal te doen. Dat doe ik inmiddels niet meer. Ik kies nu wat het best bij de taak past.

In een artikel van september 2015 in HP/De Tijd wordt wetenschappelijk onderzoek rondom het gebruik van scherm en schrift op een rij gezet. Zij stellen de vraag: hoe belangrijk is het om toch te blijven schrijven met pen en papier?

Om die vraag te beantwoorden gaan ze in op allerlei onderzoek waarbij lezen en schrijven als trefwoord worden genoemd. (Denk ik.) Dat onderzoek hebben ze in dat artikel bij elkaar geveegd.
Zo komt er een onderzoek voorbij dat vertelt dat het helpt om letters te schrijven als je ze wilt leren lezen, bijvoorbeeld. Of een onderzoeker die zegt dat blijven schrijven helpt om de fijne motoriek te trainen en te onderhouden. En er wordt een onderzoek aangehaald dat zegt dat het geheugen gebaat is bij woordjes overschrijven in plaats van typen. Je onthoudt ze dan makkelijker.
Uiteraard wordt ook het onderzoek genoemd over het verschil van aantekeningen maken met pen en papier tegenover het aantekeningen maken met een toetsenbord. Daaruit blijkt dat je beter aantekeningen kan maken met pen en papier omdat je dat minder gedachteloos kunt doen. En dan blijft het beter hangen. (Toch maak ik notulen het liefst met een toetsenbord...)
En in de laatste alinea wordt er ook nog melding gemaakt van de term 'embodied cognition', dat zegt dat leren beter gaat als er bewegingservaringen aan gekoppeld zijn. 

Al met al laat het artikel een gevoel achter dat je beter maar niet met een scherm kan leren. En beter ouderwets met pen en papier aan de slag moet gaan.

Ik vind dat een eenzijdig en een bangerig beeld. De wetenschap hobbelt noodzakelijkerwijs altijd een beetje achter de ontwikkelingen aan. De wetenschap kan namelijk alleen iets zeggen over dingen die al gedaan worden. En dat kan dan onderzocht worden. Of het effectief is. Of wenselijk. Langetermijneffecten van het gebruik van een scherm kunnen dus nog niet onderzocht worden. Ik denk dat het goed is dat er scholen en mensen zijn die het met het scherm toch gewoon gaan proberen. Als we kennis willen opbouwen, hebben we niet genoeg aan de wetenschap alleen. We hebben ontdekkers nodig. Probeerders. Pioniers, zo je wilt.

Ik heb namelijk uit mijn eigen ervaring wel een paar argumenten waarom je een scherm zou moeten verkiezen boven papier. 
1. Met een scherm heb je veel meer bronnen tot je beschikking. We zouden er verstandig aan doen veel meer aandacht te besteden aan het zinvol gebruik van die bronnen, dan energie stoppen in het tegenhouden van het scherm in onderwijssituaties.
2. Papier is geen garantie om goed en netjes te leren schrijven. Dat is van veel meer afhankelijk dan of je het op papier leert, of via een scherm. Ik ken genoeg mensen die traditioneel schrijfonderwijs (op papier) hebben gehad en die er toch beter aan doen om voortaan te typen wat ze schriftelijk willen overbrengen. Misschien zouden die mensen wel baat hebben gehad met schrijfonderwijs via een game op een scherm. Wie zal het zeggen?
3. Graag zou ik schrijven en typen willen vergelijken met schilderen en fotograferen. Het feit dat we nu foto's in plaats van schilderijen en tekeningen maken, wil niet zeggen dat we een oppervlakkiger beeld van de wereld krijgen. We kunnen een neerslag van de werkelijkheid alleen veel sneller maken. En dat opent weer nieuwe mogelijkheden.

Gelukkig zijn er pioniers.
 

zondag 3 april 2016

Selectiecriteria voor scholen om een netwerkbeheerder te kiezen

Michel Boer stelde afgelopen week de volgende vraag via Twitter:
"Heeft iemand schema's / documentatie / planning etc voor de keuze van een netwerkbeheerder #dtv"

Het bleek dat hij op zoek was naar een soort lijstje met selectiecriteria die je kunt hanteren om een netwerkbeheerder te kiezen. Die handschoen pak ik graag op, omdat we binnen SCOH waarschijnlijk over ook niet al te lange tijd eenzelfde traject in gaan. En dan helpt zo'n lijstje enorm. Denk je mee?

Het lijstje waar ik aan denk, ziet er als volgt uit. De netwerkbeheerder:

  • kan een diversiteit aan apparaten beheren. Minimaal Windows- en iOS-apparaten. Ik kan me voorstellen dat het een pré is als Android-apparaten ook beheerd kunnen worden.
  • kan naast het beheren van clients ook de overige infrastructuur beheren. Te denken valt aan bekabeling, internetverbinding, routers, switches, firewall, wifi en mobile devices).
  • biedt een gedegen backup-functionaliteit. De kwaliteit daarvan wordt beoordeeld op aantal backups per week, en waar, en hoe lang ze bewaard (kunnen) worden.
  • heeft een korte responstijd op incidenten van maximaal een uur of twee.
  • garandeert een oplostijd van incidenten binnen een werkdag. In overleg met de klant mag dat in sommige gevallen langer duren.
  • garandeert dat de servicedesk bereikbaar is tussen 7.30 uur en 18.00 uur, zowel telefonisch als per email.
  • beschrijft de procedure van het melden van storingen cq. incidenten. Dit punt wordt kwalitatief beoordeeld. Daarin staat minimaal beschreven wie meldingen kunnen doen, en via welk medium de meldingen binnen kunnen komen.
  • kan indien nodig dezelfde werkdag een monteur op locatie leveren.
  • levert, installeert en beheert ook wifi-diensten. De kwaliteit van de wifi wordt beschreven. Er wordt ook beschreven hoe problemen met de wifi worden opgelost.
  • zorgt ervoor dat, indien gewenst, iedere locatie één vaste technische contactpersoon beschikbaar krijgt.
  • zorgt ervoor dat er voor alle locaties overkoepelend één vaste accountmanager beschikbaar is.
  • is toekomstgericht en flexibel, houdt ontwikkelingen bij en anticipeert daarop in de dienstverlening.
  • wordt uiteraard ook beoordeeld op de tarieven die ze rekenen.


Bovenstaande lijst zou voor mij het minimum zijn waarop gelet zou moeten worden. Ik pretendeer allesbehalve volledig te zijn met deze lijst. Maar het geeft misschien een aardige denkrichting die verder aangevuld kan worden.
Additioneel op deze lijst zou ik nog kunnen toevoegen dat bij gelijke geschiktheid ook de volgende punten nog bekeken kunnen worden. De netwerkbeheerder:

  • levert ook telefonie (via VOIP) over de ict-infrastructuur.
  • geeft ook advies over aanschaf en gebruik van hardware. Dit punt wordt kwalitatief beoordeeld.
  • biedt ELO-functionaliteit en beschrijft de kenmerken van de ELO kort en krachtig.
  • biedt scholingsmogelijkheden voor medewerkers op het snijvlak van onderwijs en ict-toepassingen.
  • kan een mail- en samenwerkingsomgeving zoals Office365of GAFE (helpen) beheren.


Ik hoop dat ik Michel hier in ieder geval mee heb geholpen. Voor aanvullingen op deze lijst houd ik me ook aanbevolen. Daar worden we allemaal wijzer van.

Oja, netwerkbeheerders hoeven naar aanleiding van deze blogpost geen contact met me op te nemen. Als de tijd rijp is, doe ik dat wel andersom. :-)