dinsdag 22 april 2014

3 webbased geluidsmeters voor in de klas

Deze week heb ik helaas niet zo heel veel tijd (genomen) om te schrijven op dit blog. Dit zal ook het enige berichtje zijn. Even één met een hoog gehalte 'makkelijk in te zetten', maar misschien niet altijd even nuttig.

Het gaat om geluidsmeters die je op je digibord kunt gebruiken om de 'stilte' in je klas te meten. De gedachte is dat je via een microfoontje het geluid in je klas meet, en dat zichtbaar maakt op je scherm of digibord. De bedoeling is dat je leerlingen leren om stil te werken. Of dat met deze tools ook zo uitwerkt, weet ik niet. Want het is ook wel erg grappig om de geluidsmeter juist aan het werk te zien. En dan zullen je leerlingen dus juist meer herrie gaan maken...
Uiteraard moet er een microfoon aan je pc zitten om het geluid te kunnen meten. Heb je die niet, dan kun je vaak een koptelefoon in de microfooningang stoppen. Dat werkt ook.

1. Too Noisy
Deze site doet het alleen als Chrome of Opera als browser gebruikt wordt.
Too Noisy laat een wijzerplaat zien waarvan de wijzer uitslaat als de herrie teveel wordt. Bij mijn test moest ik behoorlijk hard in de microfoon praten om de wijzer überhaupt uit te laten slaan. Maar dat kan ook aan mijn (niet zo'n goede) microfoon liggen. Dus of het echt werkt...?

2. Bouncy Balls
Deze site doet het alleen als Chrome of Firefox als browser gebruikt wordt.
Bouncy Balls geeft een scherm met ballen van verschillende grootte. Als het geluid harder wordt, gaan de ballen meer stuiteren. De verschijningsvorm van de ballen kun je aanpassen. Zo kun je er ook bubbles van maken of emoticons. Ziet er leuk uit.

3. Calmness Counter
Deze site maakt gebruik van flash en doet het in iedere browser.
Calmness Counter maakt eerst verbinding met je webcam en microfoon. Die webcam wordt automatisch aangesproken door de flashfunctie. De site vraagt wel aardig om die even uit te zetten.
Op het scherm verschijnt een wijzer die uitslaat bij veel lawaai. Werkt ongeveer hetzelfde als Too Noisy.

Gespot via FreeTech4Teachers: hier en hier

woensdag 16 april 2014

Jouw Schoolfilm neemt gedoe uit handen

Veel groepen 8 zijn hard bezig met het oefenen voor de eindmusical. Als het moment eenmaal zover is, wordt deze happening vaak opgenomen op film. Een leerkracht doet dat, of een welwillende ouder. Maar daarna begint het geregel. Komen er kopieën? Wie betaalt ervoor? Hoe distribueren we die films naar de andere ouders van de klas?
Dat moet Willem Wiers ook gedacht hebben. En daarom heeft hij de website www.jouwschoolfilm.nl bedacht. Als school kun je de film op de website uploaden. En daarna kunnen ouders die film via diezelfde website bestellen en downloaden. Jouwschoolfilm.nl neemt alle zorgen rondom bestellen en betalen uit handen.
Mocht je binnen het netwerk van je school geen goede camera tot je beschikking hebben, dan biedt jouwschoolfilm.nl ook een pakket waarbij de camera ook geleverd kan worden.

Het leek me een mooie tip om even te delen met de lezers van mijn blog. Gespot via Vives.

dinsdag 15 april 2014

Technologie wordt steeds intiemer

Erno Mijland besteedde er eind februari op zijn blog al aandacht aan. Het Rathenau instituut heeft een publicatie uitgebracht over 'Intieme technologie'.

Deze publicatie gaat over het gegeven dat technologie letterlijk steeds dichterbij ons komt; soms zelfs in ons huist. Waar we eerst een computer op zolder hadden staan, haalden we hem daarna naar de woonkamer, toen maakten we er een laptop van en nu is het een smartphone.
We kijken niet meer op van implantaten die functies van ons lichaam overnemen of versterken. Denk aan een pacemaker of een cochleair implantaat. En veel van onze communicatie wordt bemiddeld door technologie. Denk aan telefoon, sms en email.
Tegelijkertijd wordt technologie steeds menselijker. Denk aan robots die kunnen bewegen als mensen. Of computers die menselijke stemmen gebruiken. Er zijn zelfs systemen die voorspellen wat het volgende woord is dat we willen typen.

Als we het hebben over technologie die letterlijk dichterbij komt, dan gaat het bijvoorbeeld over de wearable devices. Brillen, horloges, armbandjes en zelfs ringen.

Google Glass is daarvan misschien nog wel het meest bekende voorbeeld. Persoonlijk zou ik (nog) niet kunnen zeggen wat Google Glass kan bijdragen aan de kwaliteit van mijn leven. Maar misschien verandert dat in de loop der tijd. Deze bril is echter niet de enige bril waarmee we in de toekomst rond kunnen lopen. Op het blog van Pierre Gorissen doet hij verslag van een project met de naam Amoeba. Dat gaat ook om een bril. Maar deze bril meet ook bepaalde reacties van je lichaam op hetgeen wat je ziet. Verwijding van je pupil, geleiding van je huid en je ademhaling worden in de gaten gehouden. Zo kan de bril bepalen naar welke onderwerpen je interesse uitgaat.

Er zijn verschillende SmartWatches in omloop. De meeste daarvan staan op één of andere manier in verbinding met je smartphone. Het verschil in gebruik met een smartphone is dat de technologie daarmee toch weer dichterbij komt. Want een blik op je horloge is makkelijker dan wanneer je je telefoon eerst uit je zak moet vissen.

Arm- of enkelbandjes zijn ook aanvullingen op de smartphone. Ze dienen nu vooral als een soort sensoren waarmee je verschillende aspecten van je eigen gedrag kunt meten. Het aantal stappen dat je zet. Je hartslag. Je slaapritme. Die beweging wordt ook wel Quantified Self genoemd. Je probeert namelijk zoveel mogelijk aspecten van je functioneren op een objectieve manier te kwantificeren. En met die data in handen kun je dan (betere) beslissingen nemen over het verbeteren van de kwaliteit van je leven. Tenminste, dat is de gedachte die door de leveranciers van die spulletjes wordt gepropageerd. Ik weet niet of er ook onderzoek beschikbaar is, dat die aanname bevestigt.

Daarnaast kwam ik in de categorie wearables laatst een ring tegen waarmee het besturen van andere technologie op toveren gaat lijken. Ze hebben hem heel toepasselijk 'Ring' genoemd. Zie het filmpje hieronder.




Technologie krijgt een steeds grotere invloed op wat we doen, wat we kunnen en wie we zijn. Het Rathenau instituut geeft aan dat het tijd wordt om over die invloed na te denken.


maandag 14 april 2014

April maand van de privacy, en SCOH doet mee

Kennisnet heeft de aprilmaand van 2014 uitgeroepen tot maand van de privacy. Concreet betekent dit dat ze deze maand veel aandacht besteden aan het thema privacy door het uitgeven van publicaties en het verzorgen van webinars en bijeenkomsten.
Afgelopen donderdag was ik op een regiobijeenkomst van Samen Deskundiger (een netwerk van bovenschoolse ict-ers) die door Kennisnet werd georganiseerd.
Job Vos is de jurist van Kennisnet en hij vertelde daar een helder verhaal over ict en recht. En daarbij stond het omgaan met privacygevoelige gegevens centraal. Eerder in die week hield hij over datzelfde onderwerp al een webinar. Die is hieronder terug te kijken.



Mocht je je afvragen waarom we ons überhaupt druk moeten maken om privacy (want Mark Zuckerberg zegt immers dat privacy dood is), dan is het wel aardig om dit artikel eens te lezen, of deze documentaire eens te bekijjken. (Echt, doen!)

Dat niet alleen Kennisnet dit onderwerp op de agenda heeft staan illustreert deze blogpost goed. SCOH (de stichting waarvoor ik werk) heeft dit onderwerp al geruime tijd op de agenda staan. Erwin Bomas (Kennisnet) interviewde Klaas Aalbers (programmamanager ICT van SCOH) over de inspanningen die SCOH de afgelopen twee jaar verricht heeft om grip te krijgen op de privacyvraagstukken die speelden.

Schoolbesturen zijn het de ouders en leerlingen verplicht om deze vraagstukken helder in beeld te hebben. Vanuit de wetgeving zijn zij de verantwoordelijke als het gaat om uitwisseling van de gegevens. De leveranciers zijn slechts de bewerkers en handelen in jouw opdracht. Je kunt als schoolbestuur niet hard maken dat de bal bij de leveranciers van digitale systemen ligt. En toch laten veel schoolbesturen het gewoon gebeuren. De grote uitgeverijen bundelen hun krachten in Basispoort. Noordhoff gaat samenwerken met de Iddink groep. En bij leerlingvolgsystemen worden allerlei verzoeken neergelegd om koppelingen met de database te maken. En schoolbesturen bewegen 'gewoon' mee. Puntje bij paaltje is het schoolbestuur echter de verantwoordelijke voor al deze gegevensuitwisselingen. Op zijn minst moet je er dus voor zorgen dat je weet wat er met die gegevens gebeurt en hoe ze beveiligd zijn.

Wij denken dat SCOH op de goede weg is. Maar we kunnen het niet alleen. Welke schoolbesturen zijn ook op weg?

woensdag 9 april 2014

Online scholing over ict en onderwijs

Niet alle lezers van dit blog zullen bij de term MOOC meteen een beeld hebben. MOOC is een afkorting van Massive Open Online Course. (Uit reacties die ik krijg, maak ik op dat mijn publiek nogal divers is... :-) Maar dat terzijde.)
Het is een vorm van onderwijs aanbieden die in het hoger onderwijs door steeds meer instellingen (internationaal) wordt aangeboden.
In een online omgeving kunnen duizenden studenten zich gelijktijdig inschrijven voor zo'n course. Tijdens de course die soms een paar weken duurt, volgen (binnen de online omgeving) allerlei opdrachten. Voor sommige courses kunnen ook certificaten behaald worden. Soms moet je een (klein) bedrag betalen, soms is het gratis. Het is in principe wel altijd voor iedereen toegankelijk. De voertaal is vaak Engels.

Eén van de omgevingen waarbinnen die courses georganiseerd worden is Coursera. Ik was eens nieuwsgierig wat zij voor MOOCs aanbieden die voor mij interessant zouden kunnen zijn. En omdat het daarmee misschien voor mijn lezers ook interessant kan zijn, post ik hier het lijstje dat ik tot nu toe gevonden heb. Als je doorklikt op een item uit het lijstje, krijg je de beschrijving van de course te zien. Dan krijg je gelijk een beeld van hoe zo'n MOOC is opgebouwd.
Overigens is het niet zo dat ik nu actief op zoek ben naar nieuwe na- of bijscholingsmogelijkheden. Ik heb het druk genoeg met de master Leren en Innoveren. Maar het kan nooit kwaad om nieuwe stippen op de horizon te zien. Ik werd gewoon nieuwsgierig naar het aanbod van MOOCs toen ik een berichtje op FreeTech4Teachers over Coursera voorbij zag komen. Coursera had de app voor de iPad een update gegeven.


dinsdag 8 april 2014

Tijd besparen met nakijken? Met Quick Key kan dat

Hoe mooi zou het zijn als je als leraar niet meer hoefde na te kijken? Je kunt leerlingen natuurlijk laten oefenen op een computer en dan de computer het (nakijk)werk laten doen. Maar er zijn maar weinig leraren die net zoveel computers als schriften (of papier) tot hun beschikking hebben. Er wordt toch nog vooral veel op papier gewerkt.
Ik kwam afgelopen week een app tegen die dit probleem oplost en mij het proberen waard lijkt. Hij heet Quick Key. Kijk het filmpje hieronder maar eens.



Ze gaan er hierbij vanuit dat de leerling het werk maakt en dat de leraar vervolgens het werk gaat zitten scannen. En dat is inderdaad een mooie manier van werken. Het bespaart je (bij meerkeuzevragen) een hoop werk. Volgens mij kun je er net zo goed voor zorgen dat leerlingen zelf een antwoordblaadje scannen met een device dat in de klas ligt. Als ze dan klaar zijn met het werk, zien ze direct of het goed of fout gemaakt is.

Veel citotoetsen zijn meerkeuzevragen. Als je de citotoetsen invoert in deze app, ben je veel sneller klaar met nakijken daarvan.
Waarom heeft Cito eigenlijk zelf nog niet zo'n app uitgegeven...?

maandag 7 april 2014

Kijken naar mobiel leren vanuit een didactisch perspectief

Jeroen Bottema doet op zijn blog verslag van zijn bezoek aan de SITE conferentie. Eén van de sessies die hij bijwoonde ging over een didactisch model voor mobiel leren. Kearney & Burden (2014) zijn daar de grondleggers van.
Zij zeggen dat formeel leren traditioneel wordt afgebakend door twee grenzen, namelijk 'tijd' en 'plaats'. Leren vindt in dat perspectief plaats op school tussen vooraf afgesproken tijden. Mobiel leren heeft volgens hen de potentie om die twee grenzen te doorbreken. En dat is vanuit didactisch oogpunt best interessant. Daarom hebben zij een theoretisch model opgesteld waarin mobiel leren vanuit didactisch oogpunt wordt beschreven. En vervolgens hebben zij aan de hand van dat theoretisch kader een onderzoek uitgevoerd in hoeverre de mogelijkheden van mobiel leren gezien en benut worden door leraren.

Ik wil hier niet ingaan op dat onderzoek, maar wel het model bespreken dat daaraan ten grondslag ligt. Je zou aan de hand van dit model (als je leraar bent) eens kunnen kijken of je al gebruik maakt van de mogelijkheden die mobiel leren biedt. Bijvoorbeeld als je aan de slag bent gegaan met tablets.

Het model gaat er dus vanuit dat je op een andere manier met 'tijd' en 'plaats' omgaat zodat mobiele leerervaringen gecreëerd kunnen worden. Zie de afbeelding hiernaast.

Vervolgens zijn ze gaan kijken naar de variatie van het gebruik van 'tijd' en 'plaats'. En wat dat nou zegt over het gebruik van de mogelijkheden van mobiel leren.
Bij plaats heb je bijvoorbeeld het verschil tussen formeel en informeel leren. Maar ook het verschil tussen alleen leren en gezamenlijk leren.
Bij tijd kun je synchroon en a-synchroon leren. Zo zijn ze een tijdje aan het stoeien geweest met een aantal van die concepten. (Een beschrijving daarvan vind je in een paper dat ze daarover geschreven hebben.) Door feedback vanuit de onderzoekscommunity hebben ze hun model steeds verder kunnen bijstellen.

Uiteindelijk hebben ze een drietal functies van mobiel leren geformuleerd die een werkbaar model geven. Iedere functie werd weer opgesplitst in twee onderdelen. Die drie functies zijn:

  1. Personalisatie (eigenaarschap en maatwerk)
  2. Authenticiteit (gesitueerdheid en contextualisering) 
  3. Samenwerking (conversatie en datadeling)

Personalisatie
Deze functie valt uiteen in eigenaarschap en maatwerk. Op de schaal van eigenaarschap kan er voor gekozen worden om de controle bij de leraar neer te leggen. Vanuit het perspectief van de leerling wordt het eigenaarschap dan extern bepaald. Er kan binnen het concept van mobiel leren ook gekozen worden voor een vorm waarin de leertaken en -doelen via onderhandeling bepaald worden. Je creëert daarmee meer eigenaarschap bij de leerling.
Op de schaal van maatwerk kun je bij de keuze voor leeractiviteiten kiezen voor een uniforme en gestructureerde aanpak (iedereen hetzelfde), maar ook voor het op maat maken voor de betreffende leerling. Mobiele technologie geeft daar mogelijkheden toe.

Authenticiteit
Authentiek leren wordt als erg krachtig ervaren. Deze functie valt uiteen in gestitueerdheid en contextualisering. Op de schaal van gesitueerdheid kun je kiezen voor simulatie van de werkelijkheid aan de ene kant van de schaal of voor de uitdagingen van echte praktijksituaties aan de andere kant van de schaal.
Op de schaal van contextualsiering heb je te maken met speciaal voor de les bedachte situaties (aan de ene kant) en situaties uit de werkelijkheid (aan de andere kant).

Samenwerking
Deze functie wordt door Kearney et al. (2012) onderverdeeld in conversatie en datadeling. Conversatie uit zich op een schaal die loopt van alleen/onverbonden tot verbonden in een dynamische dialoog. Datadeling gaat vervolgens over de manier waarop er met datadeling omgegaan wordt. Dat komt eigenlijk neer op de vraag of personen alleen (kunnen) komen halen, of ook (kunnen) brengen.

Het model ziet er in zijn geheel zoals hiernaast uit. Dit model geeft de mogelijkheid om bij de inzet van mobiele technologie (tablets bijvoorbeeld) na te denken over nut en noodzaak. Als je op alle beschreven onderdelen laag op de schalen scoort, zou je wellicht kunnen overwegen om veranderingen in je onderwijsontwerp aan te brengen waardoor je meer voordeel gaat halen uit het gebruik van mobiele technologie. Of je kunt er voor kiezen om voor deze leeractiviteiten geen mobiele technologie te gebruiken.


Referenties
Kearney, M., Schuck, S., Burden, K. & Aubusson, P. (2012) 'Viewing mobile learning from a pedagogical perspective', Research in Learning Theory 2012, Vol. 20.
Gedownload van: http://researchinlearningtechnology.net/index.php/rlt/article/view/14406

woensdag 2 april 2014

Rekenen met een Kinect?

Moet je even kijken, een video over rekensoftware die bestuurd wordt met je hele lichaam. Jumpido heet het.



Ik geloof dat gebruikersinterfaces de komende jaren erg aan verandering onderhevig zullen zijn. Zo denk ik dat muizen steeds minder belangrijk zullen worden onder invloed van touchscreentechnologie en sensoren, en dat (fysieke) toetsenborden minder belangrijk zullen gaan worden door spraakherkenning en virtuele (woordvoorspellende) toetsenborden. Dat een device als de Kinect (want daarmee wordt de software uit bovenstaand filmpje mee bestuurd) daarmee ook normaler zal worden in meer alledaagse situaties, daar kan ik ook in mee gaan. Maar...

Maar reageer eens. Als lezer van dit blog. Is dit de weg die we zullen gaan in het onderwijs? Met zijn allen staan springen en zwaaien voor een groot (klassikaal) bord? Werkt dit in een klas met echte kinderen? Wat is de meerwaarde voor het leerproces? Heeft embodied cognition hier nog iets mee van doen? Wat doet het met de motivatie en het leerplezier van kinderen? Hoe verhoudt gamification zich hiermee? Zie je het als een soort energizer, of een lesonderdeel dat de traditionele verwerking door de leerling vervangt? Welke vaardigheden m.b.t. klassenmanagement heb je als leraar nodig om dit succesvol in te zetten?
Geef eens reactie wat je hiervan vindt. Ik ben nieuwsgierig.


Ik werd geattendeerd op de software door een nieuwsberichtje van APS IT-diensten.

dinsdag 1 april 2014

Het Gouden Oog, wedstrijd van NTR rond 'fliptheclass'

Een sympathieke wedstrijd volgens mij. En daarom even aandacht ervoor op mijn blog. De NTR organiseert 'Het Gouden Oog', een prijsvraag waarbij aan docenten en leraren gevraagd wordt om een instructievideo in te sturen. Om een beeld te krijgen van het soort inzendingen hieronder een teaser van de genomineerden van vorig jaar.



Ik had nog niet eerder van deze wedstrijd gehoord. Ze zetten hiermee het begrip 'flipping the classroom' nog weer even in de spotlight. Want bij vele vormen van flipping the classroom spelen instructievideo's een belangrijke rol.

Wat is flipping the classroom?
In het kort komt het erop neer dat je onderdelen van je les omdraait. Traditioneel deed je de instructie in je les en daarna volgde de verwerking middels huiswerk thuis. Wat je bij een 'geflipte' les dan doet, is dat je de instructie op video opneemt en vooraf thuis laat kijken. En dan heb je in de les tijd om de verwerking te doen. Het voordeel is dat je dan veel meer tijd hebt om op vragen van de leerlingen in te gaan. En degenen die het al snel snappen, besparen gewoon een hoop tijd.
Er zijn ook andere vormen en schakeringen van flipping the classroom. Als je daar meer over wilt weten, kun je het beste kijken bij Kennisnet.

Informatie over de wedstrijd van NTR vind je hier. Je kunt tot 5 september insturen.