maandag 27 januari 2014

TPACK nader beschouwd

Het TPACK-model is een beschrijvend model dat de veronderstelde of de gewenste deskundigheid van leraren beschrijft. Het model is een uitbreiding van het PCK-model van Shulman. Als je tegenwoordig een sessie bijwoont over technologiegebruik in het onderwijs, komt het TPACK-model vrijwel altijd ter sprake. Meestal wordt er vrij summier op ingegaan zodat het nietsvermoedende publiek in verwondering achterblijft.

Vakinhoud en didactiek
Het  model is opgebouwd rondom drie kennisdimensies die een leraar zou bezitten. De eerste dimensie is uiteraard de vakinhoudelijke dimensie. Je moet tot op zekere hoogte verstand hebben van het vak waar je les in geeft. Als je de kennis zelf niet bezit, kun je het ook niet overdragen.
Daarnaast is er de pedagogisch-didactische dimensie. Je moet verstand hebben van onderwijsleerprocessen en klassenmanagement. Wat motiveert leerlingen? Welke leeractiviteiten en werkvormen sorteren het beste effect in de gegeven situatie? Het is de kunst (laten we het onderwijskunst noemen...) om de vakinhoudelijke dimensie af te stemmen op de pedagogisch-didactische dimensie. Welke leerstof ga ik op welke manier aanbieden aan de leerlingen zodat ze er wat van (kunnen) leren?

Technologie
De derde dimensie is toegevoegd door de bedenkers (Mishra & Koehler, 2006) van het TPACK-model: dat is de technologische dimensie. Een leraar moet kennis hebben over technologie om het te kunnen aanwenden voor gebruik in het onderwijs. Daarbij onderscheiden Mishra en Koehler (2013) (pdf) twee soorten technologie, traditionele en digitale. Voor het gemak noem ik hier het potlood en het digibord als voorbeelden.
Het potlood is een vorm van traditionele technologie. Het heeft de kenmerken dat het voor een specifiek doel is ontworpen (schrijven), stabiel is (een potlood ziet er al heel lang hetzelfde uit) en transparant in zijn functie is (iedereen snapt hoe het werkt).
Het digibord is een vorm van digitale technologie en heeft precies de tegenovergestelde kenmerken. Het digibord is op vele manieren te gebruiken, is niet stabiel (verandert snel) en de werking is niet eenvoudig te snappen.
Je zult hieruit begrijpen dat de technologische kennis die een leraar tegenwoordig moet hebben, complexer is dan een paar decennia geleden.

Nu is het de kunst (onderwijskunst, he..) om ook de technologische kennis te integreren met de bestaande pedagogisch-didactische kennis en de vakinhoudelijke kennis.

Context
Maar er is meer. Want iedere leraar oefent zijn vak uit in een context. Die context bepaalt welke middelen je tot je beschikking hebt. Het maakt nogal wat uit of je twee computers achter in de klas hebt, of een groep met kinderen met allemaal een eigen device. De technologische kennis van een leraar is dus iets anders dan de technologische mogelijkheden die een leraar heeft.
En datzelfde geldt voor de andere twee dimensies: vakinhoudelijke en pedagogisch-didactische. Je kunt nog zoveel verstand hebben van anatomie bijvoorbeeld. Als je geen beeldmateriaal of anatomische modellen tot je beschikking hebt, wordt het overdragen van die kennis moeilijker dan wanneer je dat wel hebt. Je context bepaalt dus voor een groot deel de keuzes die je kunt maken in je lesgeven.
Wat het TPACK-model volgens mij probeert duidelijk te maken is dat je je mogelijkheden (keuzes) kunt vergroten als je je kennis over de drie verschillende dimensies vergroot. Je bent dan beter toegerust om je leerlingen op een effectieve manier les te geven. In sommige gevallen betekent dat dat je gebruik maakt van traditionele technologie en in sommige gevallen kies je voor digitale technologie.

TPACK the Game
Er bestaat ook een TPACK-game. Ik heb dat spelletje nu een paar keer gespeeld, en ik kan er maar niet enthousiast over worden. Je krijgt bij dat spel steeds drie kaartjes. Een technologiekaartje, een kaarje met een vak, en één met een werkvorm. De opdracht is dan meestal: maak met deze kaartjes een les. Het is vaak een gekunstelde les waarbij er haast niet gekeken wordt naar de effectiviteit, maar vooral of het technologiekaartje 'leuk' gebruikt is.
Volgens mij is TPACK zo niet bedoeld. Mijn inziens zou je een context moeten scheppen waarbinnen je de deelnemers een opdracht geeft om een ontwerp voor een les te maken. Een casus zou er zo uit kunnen zien:

"Je hebt een groep 8 van 20 leerlingen uit een achterstandswijk in Den Haag. In je klas hangt een digibord met een goede internetverbinding, én er is draadloos internet aanwezig dat helaas af en toe hapert. Iedere leerling heeft de beschikking over een ACER Iconia W510 met Windows 8 en een eigen emailadres. Op je rooster staat rekenen (een les over breuken en procenten), een dictee (vier verschillende spellingscategorieën) en een les geschiedenis (WOII). De leerlingen werken graag samen, maar hebben daarbij vrij veel structuur nodig. Er is papier en schrijfmateriaal genoeg. Achterin de klas hangt een whiteboard. De methodes van de vakken hebben eigen werkboeken met verwerkingslessen. Hoe geeft jij je lessen op die ochtend vorm?"

De uitdaging voor de deelnemers is dan om op basis van de kennis die zij hebben over technologie, didactiek en vakinhoud een effectief lesontwerp te maken. Welke keuzes maak je, en waarom?


Wil je meer weten over TPACK?
Kijk dan op het blog van Punya Mishra of op TPACK.org
Pierre Gorissen heeft een aanpasbare online versie van TPACK the Game gemaakt.
Als je assessment instrumenten zoekt waarmee je de vaardigheden en kennis van leraren in kaart kunt brengen, kijk dan hier op deze wiki.

Aanleiding voor deze blogpost is een bericht op het blog van Punya Mishra dat ze hun originele artikel uit 2006 voor de tweede keer van een update hebben voorzien. De eerste keer was in 2008. In 2013 was de tweede keer.

De afbeelding bij deze blogpost is met toestemming van de uitgever overgenomen van TPACK.org (c) 2012.




2 opmerkingen:

  1. Misschien ook verstandig om rond te kijken op tpack.nl

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ja, dat is ook logisch. Daar is ook relevante info over het onderwerp te vinden.

    BeantwoordenVerwijderen